In de Nederlandse vertalingen van het lijdensverhaal volgens de evangelist Marcus valt op dat tegen het slot meermalen het woord ‘geest’ wordt gebruikt. (Mc 15.37-39). De betekenis verschilt nogal eens.

Het gaat vooral om de laatste: “Hij gaf de geest”. In: Marcus 15,37-39. De context doet je denken aan een laatste stervens-kreet. Dan is: ‘Hij gaf de geest’ mogelijk een omschrijving van: hij is dood… Maar je kunt ook lezen: Hij GAF de geest, nadruk op gaf, waarbij Jezus zijn Geest, wat hem bezielt, doorgeeft aan anderen die zijn leven willen doorgeven. Niet dood-zijn maar het geven, en wat hij geeft, krijgt alle aandacht. Het evangelie van Markus staat bekend als het oudste en kortste van de vier evangeliën. En, volgens Mc is Jezus zelf de inhoud van dit Evangelie. Het gaat om de vraag of ook wij bereid zijn heel de weg af te leggen, te leven met Christus, met Hem te sterven om met hem te verrijzen. Graankorrel te zijn… Lijkt wel op doopbeloften! Maar dan wel ‘doopbeloften’ die aansluiten bij Mc 1.3 : Een stem roept in de woestijn: Bereid de weg van de Heer, maak zijn paden recht”. Een zeggen als: ” Als ze/hij maar gedoopt is” lijkt mij hier geen recht aan te doen.

 

*Lezing uit Jesaja 50:
Mooi die woorden: ”…de ontmoedigden moed in te spreken als een Gave Gods”. Is dit wat we eerder hoorden: “werk in uitvoering”, of, zoals de paus in zijn catechese zegt: “dat iets genezen moet worden”. Dat mensen die het niet meer zien zitten, weer aangemoedigd of verzoend worden. Jezus heeft niet gevochten voor eigen hachje, eigen vrijheid, maar voor de vrijheid en misschien ook voor de moed, van anderen.

 

*Filippenzen 2. 6; Jezus Christus doet geen wanhoopsoffensief  om zich krampachtig aan God vast te klampen.  Zelfs niet als hij ervoor moet sterven. Hij is niet aan God maar aan mensen gelijk geworden. Dat maakt dat God hem hoog verheven heeft. Een zuster van de congregatie van de kleine zusters van Jezus zei: ”Misschien moet je sterven om werkelijk vrucht te dragen “ een zin  die we ook horen in het beeld van de graankorrel. (Joh 12).

 

*Een verzoenende hand: ‘Wir gewähren’
In 1965, twintig jaar na de oorlog die met de overval van Duitsland op Polen begon , stuurden de Poolse bisschoppen aan hun Duitse collega’s een Verzoenings-boodschap. Hun boodschap bevatte de beroemde woorden: ”Wij willen communiceren, daar staan we achter. En wij vragen om vergeving”. De briefwisseling met de vroegere vijanden was midden in de koude oorlog een van de belangrijkste ‘verzoenings’ pogingen midden in de oorlog.  Is dit niet een mooi voorbeeld van “Werk in Uitvoering”?

Emeritus-pastor Henk Bloem