De blogs van deze week gaan over christen zijn; heb je naasten lief en ook je vijanden, hoe moeilijk dat vaak is.

 

Kardinaal Danneels schreef in een kerstbrief:
“Zijn christenen méér dan anderen? Daar antwoordt alleen God op…..
Zijn christenen beter dan anderen? …. Dat zal blijken bij Jezus’ terugkeer
Zijn we anders dan anderen? Gewoonweg: ja!”

De Oostduitse bisschop J.Wanke zei: “Christenen die zich in niets onderscheiden van anderen , moeten zich afvragen of zij wel christenen zijn.”.
En Mahatma Gandhi wordt genoemd als degene die zei: “Uw vijand zal zich niet overgeven wanneer zijn krachten zijn uitgeput, maar wanneer uw hart de strijd zal afwijzen. Het verhardste gemoed smelt weg voor het vuur van de liefde”.

Jezus een nieuwlichter

Wat Jezus in de vlakte tegen de mensen zei, heeft hij niet zelf bedacht Hij is geïnspireerd door zijn joodse religieuze achtergrond. Zie bijv. Leviticus 19,17-18: “Wees niet haatdragend .., Heb je naaste lief, zij/hij is zoals jezelf. “.Zie ook Lev. 19,34: “Behandel vreemdelingen die bij jullie wonen als geboren Israëlieten. Heb hen lief, zij zijn als jezelf”.

Jezus breidt dit gebod van Mozes verder uit: “wees goed voor wie jullie haten, zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen.” Hij doorbreekt het vergeldingsprincipe ‘oog om oog, tand om tand’, creëert andere verhoudingen. Dán ben je kinderen van de Allerhoogste. Niet qua afstamming natuurlijk. Maar zoals kinderen ‘sprekend hun ouders’ kunnen zijn.

Waar mensen iets waar maken van het gebod ‘Heb je vijand lief’, getuigen ze van de nabijheid van God, bij Hem ligt het initiatief tot liefhebben, mateloos. Hij maakt een dergelijke liefde mogelijk. Elie Wiesel schrijft dat God te beklagen is. Hij is de Vader van de slachtoffers maar ook de Vader van de daders. Vader van de Nazi-slachtoffers maar ook van de Nazi’s Een bittere gewetensnood! (Macht Gebete aus meinen Geschichten, blz.63) .

Twee wolven: Homo homini lupus!
Een grootvader vertelde zijn kleinzoon: “Het lijkt wel of er twee wolven in mij vechten met elkaar. De ene is zwart en de andere blank. De witte is goed en bijt niet. Hij leeft met alles rondom zich in harmonie, zoekt vrede, wil geweldloos zijn en vredelievend. De zwarte is vol angst. Het minste of geringste brengt hem in paniek, en dan slaat hij erop. Hij denkt niet meer na, reageert als een veer. Soms is het heel moeilijk met deze twee wolven in mijn ziel te leven, want allebei proberen ze mijn ziel te beheersen.” De kleine keek heel aandachtig in de ogen van zijn grootvader en zei: “En welke wint het opa?”
De grootvader glimlachte; “De wolf die ik voed.” (TGL 2003/3 blz. 225)

Henk Bloem, pastor

Meer verdieping in de lezingen van komende zondag: lees hier