De blogs van deze week gaan over het sprookje van geloof, hoop en liefde, gevat in Moederdag en Roepingen zondag.

 

Ik en Jij
Vandaag ween ik en morgen zul jij wenen.
Misschien heb je gehuild om je man
en morgen zul je huilen om je zoon.
Laat me je mogen zeggen:
Ik heb al om mijn man en mijn zoon gehuild
Ik zou in elk huis – hier rondom willen lopen
met bij me mijn angst en hartzeer en rouw.
kom, moeder van Ibrahim en moeder van Jitsgak,
laten we samen wenen, ik en jij.
Het verlangen naar onze geliefden zal ons verenigen,
jou met mij.
Moederschap verenigt, het voelt de pijn.
Laten we samen trachten ons te herinneren of er werkelijk
geen plaats meer is voor ons, op deze aarde.
Ruimte was er toch genoeg?
Laten we samen bidden, moeder van Ibrahim, moeder van Jitsgak,
ik en jij zijn het geweten, ik en jij zijn liefde en vrede
ik en jij zijn de brug naar de waarheid.
‘Nieuwsbrief’ van Givat Haviva, juni 2003)

Bij Moederdag:
Vader moeder allochtoon
twee kinderen, twee kleine meisjes
hun jasjes worden zorgzaam liefdevol
dichtgeknoopt op
dit winderige hoekje van het kale plein.
Precies hetzelfde deden mijn ouders vast en zeker
zo’n x=iks jaren geleden
bij mijn zusje en mij.
Liefde in het klein, is altijd en overal.
Oeke Kruythof

En:
Voordat ik moeder werd
had ik ontelbare theorieën
over het opvoeden van kinderen.
Nu heb ik zeven kinderen
en slechts één theorie:
Heb ze lief,
vooral als ze het minste recht hebben op liefde.
Kate Samperi

Roepingen zondag

Het rolkoffertje
Een Europarlementariër adviseerde zijn opvolger een rolkoffertje aan te schaffen. Het rolkoffertje staat voor hem namelijk symbool voor vasthouden aan je idealen, en tegelijkertijd binnen het systeem proberen wat voor elkaar te krijgen.

Ik hoor daar iets van roepingen zondag in. Bij roeping is vasthouden ook belangrijk. Niet vol-houden maar vast-, geboeid worden door de idealen van God en de mensen. Ooit dacht men bij roeping uitsluitend aan iets spiritueels, iets wat rechtstreeks van God tot je kwam. Steeds meer beseft men dat ook een appel uitgaat van de vragen en noden van mensen, van het sprookje van geloof, hoop en liefde. (zie volgende blog!) Roeping komt niet alleen ‘van boven’, of idealiter een brug tussen beneden en boven moeten faciliteren. Ooit was de kerk het instituut, de plek voor zo’n roeping; zij bood houvast. Maar als het accent te eenzijdig op het instituut (systeem, zegt de politicus) komt te liggen, dreigen persoonlijke en actuele idealen, vragen en invullingen er niet toe te doen. De huidige crisis van en in de kerk, heeft zeker ook met deze eenzijdige aandacht van doen. Is het instituut, de regelgeving heilig of kan er ook gerold worden…?
Zie ‘Trouw’ 2-5-2019, Dennis de Jong, SP).

De luizenmoeder.
In de slotaflevering van de ‘luizenmoeder’ zegt juf Ank: “Basisvertrouwen, dat is wat hier ontbreekt. Vertrouwen in een goede afloop, in elkaar. En dat het goed is zoals het is. Ik moet hier enkel nog dealen met ouders die hun kinderen inzetten om hun bodemloze bestaan te rechtvaardigen. Allemaal wonderkindertjes die niet mogen falen omdat er geen enkel besef meer is dat we deel uitmaken van een groter geheel”. En aan het eind gaat ze op de barricaden, als ze tegen de schoolbestuurder die haar (christelijk) geloof een “sprookje” had genoemd zegt: “Als jij dan met je dikke portemonnaie en je Audi A6 in het sprookje gaat zitten geloven dat je werkelijk wat voorstelt, dan richt ik mij op het sprookje van geloof, hoop en liefde”.
Citaat uit KN 12-4-2019

Henk Bloem, pastor

Meer verdieping in de lezingen van komende zondag: lees hier