De blogs van deze week gaan allemaal terug op het thema van de verloren zoon. Hoe kunnen we die parabel interpreteren?

75 jaar bevrijding
Dat deze lezingen van vrijheid en knechtschap, net nu we 75 jaar bevrijding vieren, gelezen worden! Het zijn dus niet simpelweg verslagen van wat er vroeger een keer gebeurd is. Veeleer proberen deze verhalen te vertellen hoe het steeds gaat met mensen, in mensenlevens.

JHWH is onverbeterlijk verzoenend en trouw. ( Ex 34.6-7).
Van jongs af aan hebben we een strenge God meegekregen; een God die niets door de vingers zag. De 10 geboden vatten nog eens samen alles wat je NIET mocht, wat God niet leuk vond. Gelukkig waren er de ‘laatste sacramenten’; liefst zó laat, dat je daarna de tijd niet meer had om te zondigen. Gelukkig maar! Veel te weinig is ons verteld dat God vergevend is, barmhartig, trouw, genadig, geduldig en groot in liefde. Dat hij geen afvalputjes kent maar elk schaap wil behouden. En Mozes spreekt God juist hierop aan: afstraffen haalt niets uit, dan druk je mensen alleen maar dieper in de put. De Exoduslezing (en 34,4-7 is nog duidelijker) laat voelen dat God inderdaad: onverbeterlijk verzoenend en trouw is. Als ons dat van jongs af was bijgebracht, had ons geloof en onze kerk misschien ook andere accenten gezet. Gek dat we dat nauwelijks gehoord hebben.

Krijgen – of – Verdienen.
Treffend. De zoon zegt tegen zijn vader: geef me,… en de vader doet ʼt. In de sfeer van de familie wordt gegeven, daar gaat ʼt niet om ‘betaal me uit’. De zoon die na zijn uitspattingen terugkeert wil zeggen: “behandel me als een van uw dagloners”- in dienst zijn dus. De vader wil daar niet van weten: zegt “Geef hem een ring aan zijn vinger” en spreekt van “mijn zoon”. De oudste zoon herinnert zijn pa eraan: “Ik dien U nu al zoveel jaren”. Waarop de vader zegt: tussen ons is er toch geen baas-knecht verhouding? “Zo”, zegt Jezus, “gaat het voor ‘de hemel’ niet om verdienen maar om krijgen.” Als er iets is wat je niet kunt verdienen, is het de hemel.

Paul Claes, ‘De zoon van de panter’, blz. 54: Wij hebben 2 ogen. Eén rechtvaardig oog en één barmhartig oog. Waar kijk je mee? Alleen God heeft één blik. Hij ziet niet 2 verschillende zonen. Hij ziet: mijn zoon. Mooi om hier het logo van het jaar van de barmhartigheid naast te leggen waarin de barmhartige Samaritaan kijkt met de ogen van het slachtoffer. 2 mensen, 1 paar ogen!

Loslaten ??
Het is een soort (berustende) constatering: ‘Je moet je kinderen loslaten’. Maar, zegt frater Wim Verhoeven van de Beweging voor Barmhartigheid, “… je moet ze niet loslaten, maar ze steeds anders vasthouden”. Ra, ra hoe kan die vader van die 2 zonen dat al doen? Hij had toch nog nooit van frater Wim Verhoeven gehoord?

Goed – barmhartig – gerechtig – vergevend
De oudste zoon was goed, maar niet barmhartig (zie Boff, ‘Aan de rand van de hemel’, p. 69). In Zuid Afrika, tijdens het Waarheids- en Verzoeningsproces, zei Bisschop Tutu: “Het gaat niet om gerechtigheid – dan zou de oudste zoon gelijk hebben. Het gaat om vergeving.”

Henk Bloem, pastor

Meer verdieping in de lezingen van komende zondag: lees hier