De blogs van deze week gaan over ‘opstandingsleven’; na het leven is het niet afgelopen, er is leven na dit leven.

continuïteit van leven Voor en Na de dood?
“Tijd om ons voor te bereiden op de catastrofale gebeurtenissen van nu hebben we genoeg gehad: 2 volle jaren. En dat dit laatste jaar nu juist het beslissende in mijn leven moest worden, mijn mooiste jaar. En ik weet zeker dat er een continuïteit zal zijn tussen dit leven van mij en het leven dat er nu zal komen. Omdat het een leven is dat zich in de innerlijke gebieden voltrekt en het decor doet er dan steeds minder toe.”
(Etty Hillesum, ‘Het verstoorde leven’, blz.148)

… en het eeuwig leven. Amen
Een oud verhaal van toen China Tibet bezette, vertelt hoe de monniken hun geloof met hun leven moesten bekopen. Zo kwam de Chinese opperbevelhebber in een klooster, stampte de poort in, en vond in dat klooster nog één overgebleven monnik. Hij keek hem dreigend aan: “Weet je wie ik ben? Ik ben degene die jou aan mijn zwaard kan rijgen zonder met mijn wimpers te knipperen!” “En ik”, zei de monnik, “ik ben degene die u kan toelaten mij aan een zwaard te rijgen zonder met mijn wimpers te knipperen”.

Elie Wiesel, ‘Een jood vandaag’, Gooi en Sticht, 1978, vertelt hoe een officier een Jood toeblaft: “Vervloek je God en je krijgt een mooi baantje”. “Nooit”, zegt de Jood. Dan schiet hij hem in de schouder en schreeuwt: “Hoerenzoon, zie je dan niet dat ik machtiger ben dan jouw God. Jouw leven ligt in mijn hand, niet in de zijne”. Maar de Jood blijft zeggen: “de Heer, die is God”. En de officier schiet een tweede, derde kogel af, de laatste treft hem in de mond. “… Ik was erbij”, zegt zijn zoon. Ik was erbij en wat ik zag leek ongelooflijk. Mijn vader was een held, maar hij was niet gelovig.”

Anastasis = Opstanding.
Het woord ‘verrijzenis’ kent in onze bijbel een actieve en een passieve vorm. Jezus ‘stond op van de dood’ = anastasis (Johannes 20.9) of : Jezus werd door God opgewekt uit de dood = egerthé (Markus 16.6; Mat 28.6-7). In het tweede geval krijgt God, de Vader, de credits. Hij gaat achter Jezus’ leven en sterven staan, en wekt hem op. In het eerste geval krijgt Jezus zelf de credits; Hij staat zelf op. Hier lijkt het denken rond de persoon van Jezus als Zoon van God al in een verder stadium. Anastasis leidt er ook toe dat men gaat benadrukken dat opstanding met opstand, met opstaan tegen, van doen heeft. Die beschuldiging kreeg Jezus ook naar z’n hoofd. Nelleke Noordervliet schrijft in ‘Door met de strijd’, dat ‘opstand de motor van de geschiedenis is’.

Henk Bloem, pastor

Meer verdieping in de lezingen van komende zondag: lees hier