De blogs van deze week gaan over de komst van de Messias die niet buiten ons om gebeurt, maar juist van ons afhangt.


Visioen voor de Advent
: (b.g.v. Mandela’s sterven)
Droom van vriendschap voor de rest van je dagen
Droom van leven in goede gezondheid
Droom dat armoede niet meer bestaat
Droom dat kleuters allemaal oud worden
Droom van een tijd zonder oorlog en strijd
Droom van zorg voor de wereld en elkaar
Droom van liefde en droom van vrede
Droom dat gerechtigheid overal heerst

En als je droomt
droom dan niet in je bed
Droom met de hand aan de ploeg
en bid dat God je kracht geeft
te bidden, te werken
te sterven voor je droom.
(uit Zuid Afrika)

Jesaja 11.2 en Johannes 1.32-34
Op het ontluikende twijgje rust de Geest van de Heer. Niet vluchtig er over heen, maar op hem rusten, net als Johannes de Doper van Jezus zegt ( Joh. 1.32-34). Dat ‘rusten’ is bijzonder. Het Hebreeuws heeft namelijk één woord voor ‘Geest’ (roeach), en voor ‘wind’ of ‘adem’. Zie je wind al rusten? Er gaat dus een nieuwe wind/Geest waaien; een ommekeer! In gang gezet door degene op wie Gods Geest rust.

Visioen: op die dag
“Op die dag” (Jesaja 11 vers 10) komt er geen andere wereld, niet nog een rijk erbij, maar deze, onze wereld wordt anders. Een Ommekeer. Van een plaats van corruptie en kwaad wordt de aarde vol van liefde tot God. One common home voor mens en dier. Een droom! En zie ook hoe voor Jesaja zo’n nieuwe wereld zonder God niet denkbaar is. Zou dat in onze geseculariseerde wereld ook zo zijn?

De dappere ridder; Over een oorlog die nog jarenlang doorging nadat hij al voorbij was. (B. Djurovic, 2010)
Dat deze ‘ommekeer’ moeilijk is zal niemand betwisten. Jezelf veranderen is het moeilijkste dat er is. Judith Herzberg zegt: “Bijna nooit zie ik een vogel in de lucht zich bedenken, zwenken en terugkeren”. Terugkeren naar waar het echt op aankomt: waartoe zijn we op aarde? Gott sei Dank muss ich nicht bleiben, wie ich bin.
En Echte ommekeer, echte metanoia, zal in daden, in vruchten moeten worden omgezet! Dit accent op doen, is typerend voor Mat. I. Voor Mattheus is een leerling, iemand die zó gelooft in het evangelie dat hij het gaat doen, en het niet bij woorden laat.

Terwijl ze hun zonden beleden
Ik heb hierboven geprobeerd het woord ‘bekering’ te verruimen. Geldt dat ook voor ‘t woord: zonde? “Terwijl ze hun zonden beleden… ”? Is dat moreel, in de biechtsfeer te verstaan? Wordt dan niet te snel het accent op zonde, schuld gelegd? We zijn allemaal mensen, maken blunders, fouten, doen stomme dingen etc. Dat gebeurt nu eenmaal. Maar ‘t zijn natuurlijk wel tekortkomingen, fouten, misstappen… En, schuldig of niet, we worden wel gevraagd het in het vervolg anders, beter te gaan doen. Zo denk ik ook over ‘erfzonde’; of het ‘schuld’ is? Maar we worden wel uitgenodigd om een andere weg te gaan!

Bij ‘de tronk van Jesse’ het gedicht ‘De tuinman’ van Vera Huijgen;

Werven of sterven
Hoorde ik iemand zeggen
Over de kerk

Hoevelen sterven aan de kerk
Vraag ik – die tot de rouwenden
Behoor – mij af

En wie zullen zich bevinden
Tussen de geheiligde rest
Die overblijven zal

De wortel van de stam
Waar nieuwe kiemkracht zetelt
Teruggesnoeid tot bijna niets meer
Zichtbaar is
Bent u de tuinman
Vraagt Maria Magdalena
de verrezen Heer.

En ik vandaag
Ik vraag het weer
Omdat ik denk dat
Zij zich niet vergiste.

Henk Bloem, pastor

Meer verdieping in de lezingen van komende zondag: lees hier