De blogs van deze week bevatten verschillende teksten die ons helpen te overpeinzen waar het in het leven eigenlijk om gaat.


Bij Gen. 2.7-9

H.Mulisch, ‘De procedure’,
Genesis 2.7-9 gaat niet zozeer over de mens maar meer over het “Leven” zoals H.Mulisch in ‘De procedure’ opmerkt.

E. Gerritsen, ‘de Trooster’ (’95)
Ik had al vaker gedacht,
dat mijn tuinieren een aandoenlijk ritueel is
dat de Heer mij gunt
als een kind dat zijn moeder mag helpen
maar dat meer in de weg loopt
dan iets toevoegt.

Ida Gerhardt dicht: ‘Georgica’.
Ik ben een tuinman niets dan dat,
met aarde en met mest bespat;
ik buig mij neer, ik richt mij op,
ik klem de schoffel en de schop

Ik wied, ik volg mijn diepste wet
als ik de naakte zaailing zet;
ik richt mij op, ik buig mij neer.
Een tuinman ben ik en niets meer.

Ga ik met donker stram naar huis,
de pijn spaart schouderblad noch kruis.
Ik waak nog als ik rusten mag.
Mijn land, mijn land: het is kort dag.

Delft straks uw spa voor mij de wig,
vergeet waar ik geborgen lig.
Voorbij mijn moeite, nood en pijn
moet er een tuin van sterren zijn.

Bij: Gen 3.1-7

Adam verbergt en schaamt zich. Waarom?
a) Omdat hij naakt is?
Cees Budding dicht:
De mens is een vreemd wezen
hoe naakter men hem ziet
hoe meer hij in zijn hemd staat.
b) Om wat hij heeft gedaan?
c) Om wat hij niet durfde doen – uit zichzelf zou hij niet uit ‘t paradijs gegaan zijn.

Toon Tellegen schrijft:
Ik wandel en ga voorbij.
Iedereen haalt zijn schouders op,
zegt: “Ach…”
frunnikt wat aan zijn eindigheid,
die bij niemand goed past,
en hervat de dagelijkse bezigheden.

Bij het Evangelie Mat. 4.1-11

40 dagen 40 nachten
Het getal 40 is betekenisvol.
Herinnert aan de 40 jarige tocht uit de slavernij naar het land van de belofte.
En Jezus gaat symbolisch 40 dagen … naar het Koninkrijk Gods.
Een zwangerschap vraagt ongeveer 40 weken
Lopend zou je het in zeg maar 2 weken kunnen doen.

Waar draait het om in het leven (van de Zoon Gods)??
Drie keer daagt ‘de doorelkaarschopper’, die ook ‘de beproever’ (vers 2) wordt genoemd, Jezus uit. Drie keer wijst Jezus ‘t af. Hij kiest voor totaal ander leven, een andere mindset, andere lifestyle.

De Duitse dichter R.M. Rilke verblijft enkele maanden in Parijs.
Elke middag gaat hij met een jonge Franse vrouw over een plein waar een bedelares zat, altijd op dezelfde plaats. Ze keek nooit naar iemand op. Ze uitte haar verzoek om een aalmoes – en ook haar dank – alleen maar door een hand ononderbroken op te houden.
De Française gaf vaak wat geld maar Rilke gaf nooit iets. Daar was ze verbaasd over, maar Rilke antwoordde: “In plaats van iets in haar hand te stoppen, zouden we iets in haar hart moeten leggen”.
Een paar dagen later bracht Rilke een opengebloeide roos mee. Hij legde ze in de uitgestoken benige hand van de bedelares en wilde verdergaan.
Toen gebeurde er iets onverwachts; de vrouw keek op naar de gever, stond moeizaam van de grond op, greep de hand van de onbekende, kuste die en ging met de roos weg.
Een week lang was de bedelares niet meer te zien. De plaats waar ze had zitten bedelen bleef leeg.
Pas acht dagen later zat ze weer op haar gewone plaats, stom als voorheen;met als enig teken van haar behoeftigheid de opgehouden hand.
“Waar heeft ze al die tijd dat ze niets kreeg van geleefd?”, vroeg de Française. “Van de roos”, zei Rilke.

Henk Bloem, pastor

Meer verdieping in de lezingen van komende zondag: lees hier