Witte Donderdag, Goede Vrijdag, Paaswake, Paasmorgen: Één markant moment van elke dag.


Witte Donderdag
Is het ‘wit’ omdat het kruis in de kerk met een witte doek wordt afgedekt of omdat men ooit de gewoonte had op deze dag wit brood uit te delen aan de armen? Witte Donderdag is de dag van het laatste Avondmaal: Jezus biedt aan zijn leerlingen brood en wijn waarin hij zijn hele vlees en bloed heeft gelegd: “Dit is mijn Lichaam, dit is mijn Bloed.” En hij eindigt met: “Doet dit tot mijn gedachtenis”, en dat doen we dan ook in onze kerk.
Maar er is nog een ander verhaal: De voetwassing.  Die heeft plaats: ‘onder de maaltijd’. Niet vooraf bij het binnenkomen, of achteraf bij het toetje, maar: ‘onder de maaltijd’. Iedereen zit op het hoofdgerecht te wachten en dan komt Hij om de voeten te wassen. Dát is het hoofdgerecht. Petrus wil niet. Niet omdat hij niet zijn sokken durft uit te trekken. Maar hij wil niet dat zijn Leraar en Heer zich verlaagt tot voeten wassen; dat deed een Heer niet!  Aan het eind van de discussie zegt Jezus: “Ik heb ‘t voorbeeld gegeven, jullie moeten ook elkaar de voeten wassen”. Dat is bijna identiek met de woorden na het Paasmaal: “Doet dit tot….”.  Gek eigenlijk dat die maaltijd wel een sacrament geworden is in onze kerk en het voeten wassen niet. Voelen we ons zelf, ons als kerk daar toch te groot voor?


Goede Vrijdag
Het lijdensverhaal staat vandaag centraal. Logisch op Goede Vrijdag. En wel volgens Johannes. Met heel andere invalshoek dan de drie Synoptici. Mattheüs, Marcus en Lucas. Moeilijk voor ons is bijvoorbeeld hoe Johannes steeds ‘de Joden’ als grote tegenstanders noemt. Wie zou Johannes toch daarmee bedoelen?
Eén van de bijzondere trekken is ’t onderkleed, dat Jezus op zijn lijf, na aan het hart droeg. Een kleed dat ‘van bovenaf’, (niet: van boven tot beneden) vanuit de hemel, de Vader, in één stuk geweven was. Van de Vader gaat dus eenheid uit. Eenheid die ook Jezus na aan het hart lag, zoals we al weten uit zijn woorden: “Mogen alleen één zijn”. Die eenheid mag niet kapotgescheurd, gevierendeeld worden!
Dan zegt Jezus aan het kruis: “Ik heb dorst.” Niet omdat hij droge lippen of mond heeft. Misschien dacht hij aan Psalm 42: “Ik dorst naar God, de levende God”- een levensdorst -, een dorst die aanduidt waarom hij de weg van lijden en kruis gegaan is, waarom hij deze weg moest gaan. Die zijn hele leven, zijn levensinzet ‘tot het uiterste toe’ samenvat. De actie van de soldaten laat zien hoe makkelijk je dit kunt verdraaien tot iets banaals. Zodat de echte dorst buiten beeld blijft.


Paaswake
Een nachtelijke viering – je gaat niet slapen maar kijkt uit naar wat komen gaat: Het licht van de morgen! Een viering vol levenssymboliek: nieuwe Paaskaars, en licht dat zich verbreidt, nieuw levenswater. Eigenlijk zou elke zondag zo moeten zijn met nieuw licht (‘waar Hij komt gaat het Licht aan’) en levenswater (sprankelend ermee besprenkeld). Een kerkvader van de eerste eeuwen karakteriseerde christenen als: “zij die naar de zondag leven”. Elke zondag was voor hen Pasen, opstaan tot nieuw leven. Zeg maar een soort van lente. Zalig Pasen!


Paaszondag
Het zou goed zijn om paaszondag met alle zondagen te kunnen verbinden door te beginnen met:
* Het nieuwe Paaslicht: Licht van Christus.
* Het nieuwe levenswater: Christus is voor ons de bron
                                                 bron van levend water
                                                 opdat wij leven.

Henk Bloem, pastor

 

Voor Blogs bij de lezingen van deze week lees hier.