Doop van Jezus: Jesaja 42.1-4.6-7 en Hand. 10.34-38 en Mattheus 3.13-17

Bij de Jesaja lezing.

Jesaja 42.2 met de woorden “Hij roept niet en schreeuwt niet, hij laat zijn stem niet horen op straat” wordt de basis gelegd voor de Godsnaam: “Gij stil geschreeuw”. Dorothé Sölle kiest bij haar boek: ‘Verzet en overgave’ dit: ‘Gij stil geschreeuw’, als ondertitel. Zij ziet dit als mystieke naam voor God die zijn macht niet grondvest op heerschappij en bevelen. Deze naam, zegt ze, kan een troost zijn voor allen die niet meer gehoord worden vanwege alle lawaai en hectiek om hen heen.

Er staat 7x ‘niet’ in de eerste vier verzen van Jesaja 42. Het niet-doen, niet-hoeven, niet-manipuleren is voor westerlingen een ware ascese. Vanuit deze grondhouding kan de profetische woede losbarsten om al wie en al wat vernietigd en bedreigd wordt: aarde, arbeid en armen. Er is een gedicht, een opsomming eigenlijk, die begint met:

De druppel niet breken
het licht niet doorboren
de steen niet stoten
de dag niet kennen
de stilte niet horen
de wei niet betreden
de geur niet ruiken
de bloem niet snijden… en zo gaat het door, nog 24 regels.

Dit is negatieve theologie. Niemand heeft ooit God gezien/gehoord. En bij al wat we over Hem zeggen kun je eigenlijk ‘niet’ zetten. Want God is méér, Hij gaat ons denkraam te boven. Denk ook aan het lied van Liselore Gerritsen: ‘Wie’. (zie Google)

en zie van Marinus van de Berg:
Jij die niet schreeuwt, maar intens luistert.
Jij die de geknakte mens niet breekt, maar heelt.
Jij die niet onderuit haalt, maar omhoog haalt
Jij die niet uitdooft, maar verwarmt
Jij die niet heerst, maar dient
Jij die niet angstig maakt, maar bevrijding brengt
Leg jouw kracht in ons.
Laat jouw stem hoorbaar worden in ons midden,

En van Paoloa Campestrini
Als je schreeuwt word er naar je gehoord
maar dat betekent nog niet dat er naar
je geluisterd wordt

Bij de evangelielezing betreffende Jezus’ Doop en ontvangen van de H. Geest

Hij zag de Geest neerdalen.
Moet je nu lezen: a) hij zag de Geest als een duif neerdalen…
of: b) hij zag de Geest als een duif.
In de kunst is de Geest voortdurend als een duif afgebeeld. Dus wordt ‘b’ gelezen. Zelf vraag ik me af of niet ‘a’ de bedoeling is: Hij zag de geest als een duif neerdalen. Kijk maar eens goed hoe een duif dat doet – en zo daalde de Geest neer op Jezus.

Dopen van Jezus stelt weinig voor
De evangelist Mattheus noemt de doop alleen maar in een bijzinnetje: “Toen Jezus gedoopt was, kwam hij…”. Alle accent valt op: “En zie, daar opende zich de hemel voor Hem en Hij zag de Geest van God als een duif neerdalen en op hem komen”. Alle accent valt op de neerdaling van Gods Geest over hem. En nu deze H. Geest op/met Hem is, kan hij beginnen. Zonder H. Geest kan hij niets beginnen.
En dan, op het eind in Mattheus 27.50 schrijft Mattheus dat Jezus, stervend aan het kruis, “nog eens luidkeels schreeuwde en de Geest gaf”. De Willibrord schrijft ‘geest’ met een kleine letter. Dan betekent ‘de geest geven’, gewoon doodgaan. Maar misschien moet je het met een hoofdletter schrijven: ‘Geest’. Dan geeft Jezus hier de Geest die hij met de doop ontving, terug aan de Vader en door aan zijn volgelingen. En tussen Doop en Sterven speelt zich zijn zending af.

Ik doop je IN de naam van…..of: ik doop je NAAR de naam van….
In Hand. 2.38 en 8.16 en 10.48 en 19.5 en Rom. 6.3 en 1 Kor. 1.13 en Galaten 3.27 vind je korte doopformules waarbij steeds sprake is van dopen IN (Grieks: en) de Naam van Jezus Christus. Pas later – bijv. Mattheus 28.19 – wordt de doop met De Triniteit verbonden.
Het is voor mij een puzzel dat een aantal keren in de grondtaal, het Grieks, wordt gezegd:
“dopen NAAR (Grieks: eis)”: Zie 1 Kor. 1.13 = “gedoopt NAAR de naam van Paulus” en 10,2 = dopen NAAR Paulus, en Mattheus 28.19 = dopen NAAR de Naam van de Vader, Zoon en H. Geest. Maakt dat niet uit zoals onze Willibrord vertaling lijkt te denken? Zij vertalen gewoon met ‘IN’ alsof dat hetzelfde is. Met ‘NAAR’ geef je aan dat je wel op het spoor wordt gezet, maar dat het nog groeien moet, dat er nog een hele weg te gaan is, voordat je kunt zeggen dat je IN de Naam van Christus bent. Want als je vertaalt met ‘IN’ dan lijkt het allemaal al klaar. Dan ben je er al. Als je NAAR zegt, moet dat allemaal nog vorm en inhoud krijgen. Ik zelf vind dat NAAR heel mooi – zeker als je een klein kindje doopt dat nog van niks weet.

Gregorius, bisschop van Nazianze (Gestorven 390) schrijft:
Laat ieder een achternaam dragen die hij van zijn vader gekregen heeft of een titel die hij zichzelf door eigen inspanning heeft verworven, het belangrijkste voor ons was het toen christen te zijn en die naam te dragen.

Henk Bloem, pastor