Een nieuwe eigenaar van ‘het Fraterhuis’, gelegen op de grens van Zeist en De Bilt, bezweert dat een optelsom van problemen voor de religieuzen met emeritaat die er wonen tot het verleden behoort. Deze ‘Zorggroep Boat’ nam het huis afgelopen augustus over van het inmiddels failliete ‘De Zorg van Toen’. Dat was sinds 2021 eigenaar.

Eerder constateerde de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) – na ingediende klachten van m.n. oud-medewerkers – dat onvoldoende deskundig personeel beschikbaar was. Bewoners werd vrijheden ontnomen, deuren werden ‘s avonds afgesloten, camera’s voor toezicht/controle werden opgehangen. Medicijnen werden verstrekt door daartoe onbevoegd personeel. Een demente bewoonster (behalve fraters wonen er de laatste jaren ook voormalige zusters) werd uitgescholden. Een bewoner van 90 jaar moest zijn eigen wc schoonmaken. De contacten tussen bewoners werden ingeperkt, met als motivering: privacy beschermen.

Een woordvoerder van Boat laat nu weten dat er keihard aan wordt gewerkt de situatie te verbeteren, o.m. door het aantrekken van bevoegd personeel: ‘De bevindingen uit de ICJ-rapportage over het Fraterhuis zijn niet meer van toepassing.’

Het huis viel voorheen onder de in 1873 door Mgr. A.I. Schaepman opgerichte ‘Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart’. Eerst had die een zogeheten ‘moederhuis’ in Utrecht. Toen dat te klein werd (het had 230 bewoners), werd in 1925 grond voor nieuwbouw gekocht in Zeist/De Bilt. Dat gebouw is in 1974 afgebroken. Pensioenverzekeraar BVG (het latere PGGM) was er inmiddels neergestreken, voor het Fraterhuis werd verderop op het terrein een nieuw klooster gerealiseerd. De congregatie zag zich later genoodzaakt het huis over te doen aan een niet aan de RK Kerk gebonden zorginstelling.

(Bronnen: Nationale Zorggids en Algemeen Dagblad)