Sint Maarten was aanwezig op onze laatste Sint Maartendag en sprak ons toe.
‘Als het nevelig is met Sint Martijn,
dan zal de winter niet koud zijn;
maar heeft de Sint een witte baard,
dan blijft ons sneeuw noch ijs bespaard.’
Als de Heilige Sint Maarten mag ik u bedanken voor deze mantel die ik nu om heb.
Veertien jaar geleden heeft u met deze mantel de verbinding tot uiting gebracht van de zeven parochies die op dat moment samen op weg gingen. Het deed mij goed dat zo mijn naam weer een nieuw gezicht kreeg.
Op zondag 14 november 2010 kwam deze mantel tot stand in een gezamenlijke viering in de Josephkerk in Zeist. Telkens twee mensen kwamen naar voren met de applicatie van hun locatie. Als ik de namen noem van hen en van het pastoraal team van toen, dan gaan herinneringen leven. Het valt op hoeveel van hen nog steeds actief zijn, maar ook wie ons al ontvallen zijn. Hen en andere overleden parochianen zijn vandaag eveneens in onze gedachten.
Naar voren kwamen:
Austerlitz: Gerard Marlet en Cor Koole
Doorn: Maryse Imbault en Mariam Avedesian
Driebergen: Lidy Jansen en George Marlet
Leersum/Amerongen: Carien Rockx en Loes Grimmelijkhuizen
Maarn: De twee Wimmen, Wim Arendsen en Wim Hamersma
Woudenberg/Scherpenzeel/Renswoude: Tine Vis en Henk Boscher
Zeist: An Koning en Jacques Res
Het pastoraal team bestond toen uit:
Elisabeth van Dijl, Frederieke Prinsen, Nelleke Spiljard, Coen van Loon en pastoor Henk Bloem
Het was in een impuls, een flits, toen ik als jonge man in het Romeinse leger besloot mijn paladamentum, mijn rode legermantel, door midden te snijden om een bedelaar wat warmte te geven. Het werd mij niet in dank afgenomen door de officieren en nooit had ik kunnen bedenken dat zoveel eeuwen later ik juist door deze impuls bekend zou blijven.
Voor mijzelf betekende het op dat moment dat ik juist in de ogen van de arme medemens Jezus leerde kennen. Wat Hij deed voor mensen aan de rand van de samenleving was van toen af een richtingwijzer in mijn leven. Ik volgde Hem, werd monnik in een klooster maar de armen kwamen nooit tevergeefs bij ons aan de deur. Dat maakte dat de inwoners van de stad Tours tien jaar later, in het jaar des Heren 372, mij bijkans het klooster uitsleepten en op de bisschopstoel deden plaatsnemen.
Ik denk dat dit het voorbeeld is waarmee ik met mijn leven de Caritas, de diaconie, nog steeds onderstreep als wezenlijk voor ons christelijk geloof. En in de afgelopen 14 jaar heeft ook uw gezamenlijke parochie zich onderscheiden met veel diaconaal, charitatief werk. Ik noem slechts een paar voorbeelden.
- De Vastenactie in Woudenberg die jaar in jaar met veel creativiteit onder de aandacht wordt gebracht en telkens weer een groot bedrag oplevert; dit jaar maar liefst€ 9000,- !
- De familie Menjivar die liefdevol werd opgenomen in Leersum; en niet in de steek werd gelaten toen ze naar Almelo verhuisden.
- De tweedehands kledingwinkel, een initiatief van Annemarie en Gina, in de kelder onder deze kerk.
Ik ben niet alleen beschermheilige van militairen, ruiters en bedelaars maar ook van herders. Daarom spraken mij de gezinsvieringen met Kerstmis zo aan. In Zeist werden zij ondersteund door kinderkoor Tilimbom o.l.v. Louise Janssen en Bastiaan Heeren op de piano en Gerda Giezeman op de fluit.
Niet alleen moeten we terugkijken. Een nieuw avontuur staat voor de deur.
Pastoor Harold wordt een soort bisschop, net als ik, in een bisdom dat zich uitstrekt van Driebergen tot Harderwijk.
Een schaalvergroting die heel wat zal vragen….
Des te belangrijker is het dat de kleine gemeenschappen zo lang als mogelijk blijven bestaan. Misschien hier en daar samengevoegd waardoor er meer vrijwilligers zijn op de nieuwe plek. Gemeenschap zijn is elkaar kennen en ontmoeten; samen optrekken.
Maar niet alleen voor de parochie.
Ook, met open oog en open houding, net als ik, zien wie de bedelaar van nu is. Met wie blijven wij onze mantel delen?!
Dat is de diaconie, de Caritas die ik voor sta en waarin ik, voor zovelen, na zoveel eeuwen, een bron van inspiratie ben.
Jezus van Nazareth heeft gezegd: “Het water dat Ik geef, zal in jullie een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.”
Dat is de bron die wij als gelovigen hebben, waar wij telkens weer, met vreugde, zoals Jesaja zegt, water uit kunnen putten.
Er liggen grote uitdagingen voor de nieuwe parochie. Is er een gevoel van verbondenheid in zo’n grote parochie te bereiken?
Kunnen de kleine gemeenschappen het hoofd boven water houden?
En is er een antwoord op de grote polarisatie in het land en in de wereld?
Als christenen zijn wij getuigen van de woorden en daden van Christus. Laten wij opstaan en, dichtbij en veraf, vanuit het geloof blijven wijzen op de weg van de zachtheid, de aanraking, de liefde. Een weg waarlangs we elkaar in de ogen durven te blijven kijken en daar te zien, telkens weer, wat de mens ten diepste is, een medemens, een mens om van te houden.
Sint Maarten
Foto: Willem Derickx