Schriftlezingen: Handelingen 1,12-14, 1 Petrus 4,13-16 en Johannes 17, 1-11a

Hemelvaart wordt veertig dagen na Pasen en tien dagen voor Pinksteren als zondag gevierd. Maar bijv. in Italië is het een gewone doordeweekse werkdag. Hemelvaart verschuift naar de zondag en krijgt geen eigen dag. Hemelvaart is ook geen bijzonder heilsfeit zoals ‘de opstanding’ of ‘het zenden van de Heilige Geest’! En dus is ‘t een gewone werkdag. Tussen haakjes: Misschien was dit wel de laatste keer dat Hemelvaart op een eigen dag, de donderdag, gevierd werd. Er was op deze donderdag – hoewel ’t nog als zondag te boek staat – al zoveel bedrijvigheid en handarbeid om ons heen dat dit wel eens de trend voor de toekomst zou kunnen worden: Hemelvaartsdag als gewone doordeweekse dag en de  gedachtenis verschuift naar de zondag erna, zoals dat elders al gebeurt.

In de lezing uit Handelingen 1,12-14 herneemt het gewone leven zijn gang. Wat de apostelen beleefd hebben zorgt voor eensgezindheid van de elf man, van de vrouwen – waarvan alleen de moeder van Jezus bij de naam genoemd wordt – en de broeders. Een eensgezindheid die met name blijkt in ’t gezamenlijk gebed.

De lezing uit de Petrus brief roept het lied op: “Gods woord wil deze wereld omgekeerd, dat lachen zullen zij die wenen”. Petrus’ brief spreekt ook van “deze wereld omgekeerd” en spreekt in tegenstellingen zoals:
Verheugt u – deelhebben aan ’t lijden
Prijst u gelukkig – als men u hoont
Wie als christen lijdt – God eren met die naam.

De evangelielezing opent met: “…Vader, het uur is gekomen…” waarin Jezus
1) het beslissende moment van zijn leven aankondigt,
2) zich als “uw Zoon” onderscheidt van de Vader en
3) zich tegelijk ook als één met de Vader presenteert. Zie bijv. de zin: “Nu weten zij dat al wat Gij mij gegeven hebt, van U komt” of ook: “Al het mijne is van U en het Uwe is van mij”.
In deze verzen wordt veelvuldig een vorm van het woord geven gebruikt: de Vader geeft aan de Zoon, die het weer doorgeeft aan de mensen. Zie ook een zin als: “U behoorden ze toe, Mij hebt gij ze gegeven en ze hebben uw woord onderhouden”. Klinkt in dit veelvuldige trapsgewijze “geven” ook mee, dat de ontvangers het weer moeten doorgeven? Je kunt hier heel goed de theologie van Johannes zien:
1) Jezus is door de Vader gezonden om Hem aan de mensen te openbaren.
2) Hij (Jezus) heeft de Vader verheerlijkt door het werk van de Vader te volbrengen (vers 4).
3) Doel van dit ‘werk’: dat ieder ‘t ware leven zou ontvangen door Hem en zijn gezondene te ‘kennen’.
4) Jezus keert na gedane arbeid tot Vader terug, vraagt nu zelf verheerlijkt te worden (vers 5).

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier.