Schriftlezingen: Num. 6,22-27; Psalm 67, Gal. 4,4-7 en Lucas 2,16-21

Op 1 januari horen we de zg. Priesterzegen uit Numeri met de Levitische priesters als de aangewezen personen om het te doen. Volgens Numeri 6 zegenen God en mensen ieder op eigen wijze. De Heer spreekt tot Mozes, die moet de zonen van Aaron de zegen laten uitspreken over de Israëlieten. Zij moeten spreken, maar het is God die zegent (vers 17): “Als zij zo…zal ik hen zegenen.”
Die zegen houdt in dat Gods Naam (zie Deut. 10,8 en 21,5) en daarmee Gods scheppings- en voltooiingsproject, aan de Israëlieten als belofte en roeping wordt opgelegd. Dat is wat anders dan een terloops: “De beste wensen!”
Gods naam wordt over hen uitgesproken, en daarmee wordt de mens geplaatst binnen Gods schepping en Gods beloften. De mens wordt eraan herinnerd dat hij “beeld en gelijkenis Gods” is; weer verbonden met “en God zag dat het heel goed was”, verbonden met die allereerste zegen in Gen 1,22.28 en 2,3.
De raamverzen (23 en 27), staan in het meervoud: “de Israëlieten”. De tussenliggende verzen in het enkelvoud: “u/jou”. Ieder mens kent die dubbelheid: enerzijds de individuele, persoonlijke relatie met God en anderzijds de collectieve band van allen als lid van het volk Gods. Het enkelvoud staat tussen het collectieve en verbeeldt zo dat de gemeenschap opgebouwd is uit individuen die alleen binnen de gemeenschap hun plaats krijgen.
De drie zegenspreuken beginnen steeds met een werkwoord, dan volgt de Godsnaam, en dan met ‘en’ een tweede werkwoord. Dat levert op:
Vers 23 “zegenen” en “bewaren”.
Vers 24 “zijn gelaat stralen” en “genadig zijn”.
Vers 25 “zijn gelaat verheffen” en “vrede schenken”.
Vers 24 en 25 roepen een kind op dat zich bemint en bevestigt, (‘genadig’) gedragen en geborgen (vrede) weet door het gelaat dat naar hen toegekeerd is.
De betekenis van ‘t Hebreeuwse woord sjaloom (= vrede) komt dicht bij ons “welzijn”. Het woord is verwant met: “genoeg-zijn” dat is de basis voor vrede. Zou “ver-genoeg-d ” niet mooi zijn om dit weer te geven. Dat zie je ook gebeuren met een kind als die het lichtend gelaat van zijn ouders naar zich toegewend ziet. En waar het woord niet in de individuele sfeer maar voor een collectief wordt gebruikt gaat het in de richting van ons “vrede”.

Het komende A jaar 2023 lezen we uit het evangelie volgens Matteüs met zijn kijk op het Jezusgebeuren. Hij ziet weer andere dingen; kijkt ook anders. Boeiend. Maar dit weekend, komt Lucas beter uit.
De herders willen verifiëren wat hen gezegd is en zien in het kind: de redder en Messias die hen aangekondigd was. “Messias” van het Hebreeuwse “zalven, zenden, gezondene”, d.w.z. van “iemand die niet gekomen is om gediend te worden maar om te dienen. Dàt is de kern van Jezus’ leven. In die zin willen we allemaal Messias zijn – willen we als zijn leerlingen en navolgers op Hem gelijken. Maar: we zijn vergeetachtige messiassen. En dan moeten we weer van vooraan beginnen. Zouden we daarom elk jaar opnieuw Kerstmis vieren: vergeetachtige messiassen dat we zijn.

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier.