Schriftlezingen: Matteüs 21,1-11; Jesaja  50,4-7; Filippenzen 2, 6-11; Matteüs 26,14-27,66.

Men spreekt van Palm- of Passiezondag. Maar het is veel meer dan Palm of Passie. En ‘t is boeiend te zien hoe Matteüs zijn visie op de laatste dagen van Jezus aan ons vertelt.

De intocht: “De Heer heeft ze nodig,” moeten leerlingen zeggen, en beleefd er achteraan: “maar hij zal ze spoedig terugsturen.” Het profetenwoord van Zacharja 9,9 krijgt hier zijn vervulling: “Dochter van Sion, zie uw koning komt zachtmoedig, met ezel, met een veulen.” De extremen komen samen: Een koning op een ezel! Ongehoord! Een zachtmoedige koning! Bestaan die dan? Leerlingen en volksmassa bezorgen deze ongehoorde koning een triomfale intocht. Zozeer keken ze ernaar uit.

De menigte: “Roept Hosanna, Zoon van David, gezegend…, Hosanna in den Hoge.” (Hosanna= red toch). Sommigen twijfelen omtrent zijn identiteit. Maar, zoals zo vaak, weet ’t volk ‘t wel: “Dat is de profeet Jezus uit Nazareth in Galilea.” Zo laat Matteüs ons Jezus zien aan de hand van tegenstellingen.

Opvallend: Jezus noemt zichzelf “De Heer”, voor zijn leerlingen. Dat geeft een bijzonder verwachtingspatroon aan wat volgt. De verwijzing naar het profetenwoord zet Jezus’ intocht in een groter verwachtingsverband. Hier heeft men altijd naar uitgezien. En ook de erkenning: Dat is de profeet (= die namens God spreekt) Jezus, uit Galilea, sluit aan op een eeuwenlange verwachting.

Jesaja 50,4-7: Een gebed van de profeet die zijn vertrouwen in God uitspreekt, ook als hij gemarteld wordt. Het Godsvertrouwen van een man Gods.

Filippenzen 2,6-11. De persoon van Jezus Christus wordt op de eerste en de hoogste plaats gedacht.De gekruisigde Christus centraal. Met krasse tegenstelling: 1) Hij die bestond bestaan in goddelijke majesteit tegenover; heeft zich niet willen vastklampen aan deze gelijkheid. 2) Heeft zichzelf ontledigd, tot slaaf aan toe, en zichzelf vernederd, tegenover: door gehoorzaam te worden (aan God) tot de dood aan het kruis. Daarom heeft God hem hoog verheven, de naam verleend die boven alle namen uitsteekt en belijdt: Jezus Christus is de Heer.

Matteüs 26,14-27,66: Deze verzen kan ik niet kort bespreken. Daar heb je een heel boek voor nodig.

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze week: lees hier.