25 maart 2018
Schriftlezingen: Marcus 11,1-11; Jesaja 50,4-7 en Marcus 14.1-15.39.

De Palmzondag met de Goede Week zijn liturgische hoogtepunten. Niet voor afstandelijke, neutrale toeschouwers, maar om meegenomen, soms bijna ‘meegesleurd’ te worden in een lijdensverhaal dat groter is dan een verhaal van een zekere Jezus in het jaar x van onze jaartelling. Zoals bijvoorbeeld ook de Matthäus Passion van Bach mensen niet koud laat. Mogelijk dat Marcus daarom als allerlaatste woorden voor het Palmzondagintochtsverhaal schrijft: ‘Hij volgde hem op de weg’. Dat doen we in de liturgie van de Goede Week.

Jesaja 50 vertelt hoe God hem tot spreekbuis heeft gemaakt om van moed en troost te spreken. En hoe hij elke dag aandachtig luistert (sjema vers 4: hét kenmerk van Israël; Deuteronomium 5) om Gods woord te verstaan. Maar het spreken van dit woord gaat hem niet in de koude kleren zitten: wordt niet met applaus ontvangen. Het kost hem zijn rug, wangen, baard en gezicht. Toch doet dat hem niet angstig zijn mond houden. Hij spreekt zijn onvoorwaardelijk vertrouwen in God uit.

Op Palmzondag kun je dit bijna niet lezen zonder te denken aan Jezus optrekken naar Jeruzalem dat  enerzijds Gods woonplaats onder de mensen is, maar anderzijds ook het hol van de leeuw.
In de liturgie van Palmzondag wordt als vooraankondiging van wat komen gaat het hele lijdensverhaal gelezen. Dan weet je het vast!  Ik beperk me hier tot het verhaal van de INTOCHT (Marcus 11.1-11), en wil wijzen op:

a) Hij wordt enthousiast ingehaald. Gebedsteksten die eeuwenlang als hoop gekoesterd zijn, worden hem toegezongen. Hij wordt ingehaald als Messias, die de belofte van Davids koningschap zal inlossen en recht en gerechtigheid zal brengen (lees Psalm 118 er maar eens naast)
b) Maar er hangt ook grote dreiging in de lucht. In vers 1 worden de plaatsen opgesomd waar hij dichtbij komt: Jeruzalem, Betfage, Bethanië en de berg van Olijven. Dat zijn plaatsen die in het vervolg een rol spelen. Nu komt hij alleen dichtbij, maar …. je voelt de bui al hangen. Een goede opmaat dus voor wat en waar er in de komende week iets gaat gebeuren.
c) Hij stuurt 2 leerlingen met opdracht…..de beschrijving is bijna identiek met Marcus 14.13-17 waar ook 2 leerlingen uitgestuurd worden, en ook daar weet Jezus van tevoren precies wat ze zullen aantreffen. Niet dat er 2 keer precies hetzelfde gebeurt. Marcus wil beide keren onderstrepen dat Jezus vooraf al weet hoe en wat er gaat gebeuren; onderstrepen dat Jezus handelt naar een plan- Gods plan!
d) Een veulen, niks groot en geweldig en nog ongebruikt, dus wat Jezus doet is uniek! De OT-profeet Zacharia wist al dat Messias en triomfale macht niet samen gaan (Marcus 9.9-10).
e) Vers 11: Hier stopt onze lezing; nu gaat hij Jerusalem, zelfs de tempel binnen. Maar klaarblijkelijk is dat meer ‘hol van de leeuw’, dan ‘woonplaats van God bij de mensen’ (Openbaring 21), want hij  gaat er met de twaalf meteen weg. Het is niet zijn plek! De spanning stijgt.

Henk Bloem, pastor

 

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier