Schriftlezingen: Exodus 24:3-8; Hebreeën 9:11-15 en Marcus 14:12-16, 22-26.

We vieren op deze zondag een derde Hoogfeest op rij. Na de Hoogfeesten van Pinksteren en de Heilige Drie-eenheid vieren we nu het Hoogfeest van Sacramentsdag. Bij Sacramentsdag zou je kunnen denken dat we op deze zondag stil zouden staan bij al onze zeven sacramenten. Maar dat is niet zo.

Dat zien we als we naar de officiële titel van het Hoogfeest kijken: Heilig Sacrament van het Lichaam en Bloed van Christus. Het gaat dus om het sacrament van de Heilige Eucharistie. Vandaar dat het evangelie van deze zondag gaat over de laatste maaltijd die Jezus heeft met zijn leerlingen. Dit stuk van het Marcus-evangelie hebben we ook op Palmzondag gelezen als onderdeel van het lijdensverhaal van Jezus.

In het evangelie van vandaag horen we, nadat de nodige voorbereidingen getroffen zijn, dat Jezus maaltijd houdt met zijn leerlingen. Centraal daarin staat het delen van het brood en de wijn. Als Jezus het brood en de wijn uitdeelt is het geen gewoon brood en geen gewone wijn meer.

Over het brood, dat Jezus uitdeelt spreekt Hij de woorden: “Neemt, dit is mijn Lichaam”. En over de wijn spreekt Hij de woorden: “Dit is mijn Bloed, van het Verbond”. Als wij in een viering het Heilig Brood ontvangen, dan is dat Brood waar ook die woorden over zijn uitgesproken: “Dit is mijn Lichaam”.

Als wij het Heilig Brood ontvangen, dan ontvangen wij de Heer zelf. Over hoe dat werkt zijn vele discussies geweest en zijn vele boeken geschreven. Het belangrijkste is, dat we als we het Heilig Brood ontvangen, we weten dat Hij bij ons is.

Dat we weten dat Hij om ieder van ons geeft. Het is een mysterie. Maar het is wel een mysterie dat je leven zin kan geven. Dat je op de weg zet van datgene wat wij in ons leven moeten doen.

Het is iets dat je iedereen wil gunnen. Er weet van hebben dat God zelf bij je is. Dat Hij bij je wil zijn in alle vreugde en verdriet dat iedere mens kent. Goed om daar op dit Hoogfeest van het Heilig Sacrament van het Lichaam en Bloed van Christus bij stil te staan.

En laten we een beetje op elkaar letten.

GEBED
Goede God,
U bent een God die onder mensen wil zijn.
In het Heilig Brood dat wij nuttigen,
bent U zelf aanwezig.
Wij vragen U:
Geef ons het geloof
in uw voortdurende aanwezigheid onder ons.
Laat het ons aanzetten
om het goede te doen dat moet worden gedaan.
Dat vragen wij U,
 door Jezus uw Zoon, onze Heer
Amen.

Rini Bouwman, diaken