De historische Sint-Nicolaas was een katholieke bisschop uit de vierde eeuw die leefde in Myra, in het land dat tegenwoordig Turkije heet. De middeleeuwse legendes waarop zijn heiligheid is gebaseerd, die kennen we wel. Denk maar aan de drie arme meisjes die hij behoedde voor de prostitutie door geld bij ze naar binnen te gooien – daar komen onze chocolademuntjes in goudfolie vandaan.

Sinterklaas is van oudsher de beschermheilige van hoeren en zeelieden. De Amsterdamse Nicolaaskerk staat dan ook, heel toepasselijk, tussen het IJ en de Wallen. Elke zichzelf respecterende havenstad heeft een Nicolaaskerk. Amsterdam ging nog verder: Sint-Nicolaas is daar de beschermheilige van de hele stad. Daarnaar verwijst de zeventiende-eeuwse reliëfsteen SINTERKLAAS die net boven ooghoogte is ingemetseld op de hoek van de Dam en het Damrak. Ieder jaar legt Sinterklaas hier een krans tijdens de Intocht en dan drinkt hij er een glaasje bisschopswijn bij.

Op de reliëfsteen zie je het bekende beeld van de drie jongens in het pekelvat. Die jongens kwamen na een lange reis bij een herberg in Myra aan, waar ze door de waard werden vermoord, aan stukken gesneden en in een pekelvat gestopt. Dat zou mooi vlees opleveren voor de gasten, meende de waard. De volgende gast was echter niemand minder dan Sint-Nicolaas. die door een engel was gewaarschuwd. Hij vroeg de waard om het pekelvat, maakte een zegenend gebaar en wekte de jongens daarmee tot leven. Sindsdien is hij de beschermheilige van alle kinderen.

Bron: Sinterklaas bestaat! Bram van der Vlugt