Afgelopen zaterdag ging ik voor het eerst mee met een Mariawandeling in het Driebergse bos onder de bezielende leiding van Harrold Zemann. Ik wilde het eens proberen, want ik hou erg van buiten zijn en wandelen, ik heb wel wat met Maria, maar niet met de rozenkrans, en heb de ervaring dat buiten bidden het gevoel van verbondenheid met ‘alles wat is’ versterkt. Dat mocht ik ook deze keer weer ervaren, er was een moment van diepe ontroering.

Tijdens de wandeling stonden we zo nu en dan stil. Harrold las dan een geheimenis van Maria voor. Hij had deze keer voor de droevige geheimenissen gekozen, denkend aan de vreselijke oorlog in Oekraïne. Tussen de geheimenissen in liepen we in stilte verder om deze, al of niet met de rozenkrans, te overdenken. De tweede geheimenis vertelde over Jezus die door de soldaten werd gekroond met een kroon gevlochten van doorns, werd geslagen, bespot en bespuugd. Harrold vroeg ons te denken aan en te bidden voor de slachtoffers van de oorlog in Oekraïne die gevangen genomen zijn en worden gemarteld. Hun lijden is het lijden van Jezus.

In gedachten ging ik naast ze zitten in die gevangeniscel en probeerde me hun pijn en verdriet in te beelden voor wat was gebeurd en de angst voor wat komen zou. Hun eigen pijn, maar ook de zorgen om hun dierbaren buiten de gevangenis. Ik voelde dat het ontoereikend was, ik voelde me machteloos. Tot ik opkeek en die paddenstoel zag waarvan de randen licht uitstraalden. Het was magisch. Was dit een teken dat ons bidden toch een lichtje kan zijn in de duisternis van al die mensen die lijden onder onderdrukking in de gevangenis? Ik stond daar tot tranen toe bewogen. Ik was diep ontroerd en voelde me even intens verbonden met de mensen in de gevangenis.

Toen ik dichter naar de paddenstoel liep verdween de magie, werd het weer een gewone paddenstoel. Het stralend lichtende randje was weer een gewoon licht randje geworden. Maar de ontroering bleef en die voel ik nog steeds diep van binnen, als ik eraan terugdenk.

Marjolein Tiemens
18-10-2022