3e zondag van de Advent
Schriftlezingen: Sef. 3, 14-18a, Jes. 12., Fil. 4, 4-7, Lc. 3,10-18
(Zondag Gaudete)
De profeet Sefanja profeteert vooral onheil en dus on-heilswoorden. Somber dus! De komst van de ‘dag van de Heer’ ( 1,7; 2,14) hangt dreigend boven het volk. Maar bij alle dreiging en somberheid lezen we “Jubel dochter van Sion”, en ‘juich’, en ‘verheug’ en “feest’. Dus dreiging en oordeel zijn niet het enige, zijn ook niet het eindstation. De verzen die wij lezen spreken van een “reddende God” die hun weer in hun vroegere status zal herstellen. Eind goed al goed.
Paulus’ brief aan de Filippenzen is een toonbeeld van saamhorigheid, van gastvrijheid, vriendelijkheid en ‘vrede van God”. Mooi! Hij bevat tevens een uitnodiging:“Uw vriendelijkheid moet bij alle mensen bekend zijn” Ga er maar aanstaan!
In het evangelie antwoordt Jezus op de vraag van het volk: “Wat moeten wij dan doen?” met: “Deel je kleding en je voedsel”. Dingen die je nodig hebt!! Die je aan den lijve ondervindt. Geen dingen die je toch niet meer nodig hebt. Wees tevreden met je soldij en belazer mensen niet. Het volk denkt dat Johannes de beloofde Messias is. “Neen”, zegt Johannes. “De beloofde Messias zal dopen met H. Geest en vuur, dat doe ik niet!”. En in het slotvers hoor je dat niet alles koek en ei is, dat er verschil is van graan en kaf. Het is niet alles goud wat het blink; het ene verzamelt hij, heeft waarde voor hen, het andere is waardeloos en hij gooit hetj in het vuur. U mag kiezen!
Emeritus-pastor Henk Bloem