27e zondag door het jaar (B)
Schriftlezingen: Gen. 2.18-24, Hebreeën. 2,9-11 en Mc. 10,2-16
De schepper neemt de tijd voor de schepping: na hemel en aarde (vers 1) gaat Hij maar door. (Genesis 2.2) De man, in deze teksten de ‘mens’ genoemd, blijkt een behoeftig mens. Kan ’t niet alleen, heeft hulp nodig. Dan schept God ( Gen 2.15 ) een vrouw uit een rib van de man. Die ‘past’ bij hem, vult hem aan. Maakt de mens (= man) allround. Scheppen kennen we uit Orde scheppen. De man noemt haar Mannin; man, omdat ze vanuit de man komt, en -in- om de eigenheid, het vrouwelijke element, te benadrukken. Ze is van dezelfde stof net als de man. Eén pot nat. Dan is de kans dat ze “bij elkaar passen”, groot. Je zou kunnen zeggen: een verlenging van de man, een die hem compleet maakt. Ook in 1.27-28 wordt gesproken van twee partners die bij elkaar passen. In 1.27 God schiep de mens als zijn beeld, als het beeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij hen. De Mens krijgt de hulp die bij hem past, en wordt compleet: mannelijk en vrouwelijk.
Man en vrouw; sinds de schepping is er veel gebeurd, vele huwelijken gesloten. De Farizeeën vragen: Is scheiding geoorloofd? Ja toch? Tenminste, als Mozes zijn fiat geeft. Maar zelfs dan: scheiding gebeurt wel, maar zou niet moeten gebeuren. Want ’t is een goddelijke verbintenis. Die kun je niet maar zo verbreken. In de evangelielezing komt de vraag naar scheiding weer terug.
Tenslotte komt Jezus op voor de kinderen. Zij hebben een natuurlijke verbondenheid met het Koninkrijk Gods; een natuurlijke, spontane verbondenheid waar je jaloers op kunt zijn. Duitsers zeggen :”Wo Kinder sind, ist Gott schon da”. Jezus zelf zegt heel scherp: ‘Wie het rijk Gods niet aanneemt als een kind komt er beslist niet in!”. Er wordt niet gevraagd wat je kunt, wat je gedaan, bereikt hebt, neen, …als je niet aanneemt als een kind! Juichend, enthousiast zoals een kind een onverwacht mooi/boven verwachting groot cadeau in ontvangst neemt. .
De paar verzen uit de Hebreeën brief zeggen wat ook al in de inleidende woorden gezegd wordt: “Dat God tot ons gesproken heeft door zijn zoon die Hij tot erfgenaam gemaakt heeft van al wat bestaat..”. dat Jezus boven de engelen staat ; de dood heeft doorstaan.
Emeritus-pastor Henk Bloem