Schriftlezingen Wijsheid 1.13-15; 2.23-24 en Marcus 5.21-43.

Wij kunnen elkaar dood verklaren: “ Voor mij besta je niet meer, ben je dood.” We kunnen doen alsof de ander er niet toe doet, minder is, er niet bij hoort. Is dat de achtergrond als het boek Wijsheid zegt: “Want God heeft de dood niet gemaakt”, en als Jezus een vrouw en een jong meisje die al afgeschreven waren, weer erbij betrekt, weer tot Leven wekt?

Laten we eens vanuit dit perspectief lezen: God staat voor Leven, niet voor ondergang, dood. Primair voor het biologisch in-leven-zijn/blijven, maar tevens, of meer nog voor Leven in kwalitatieve zin. Voor Leven dat gekenmerkt wordt door ‘doen van gerechtigheid’ (1.1 en 15), door ‘zoeken van de Heer’ (1.1), door ‘afkeer van onoprechtheid, laster, gemor, liegen’. Kortom door: ‘Wijsheid’ zoals hfst. 1 van het boek Wijsheid aankondigt. Wijsheid is als het ware zijn-als-God die schept ‘om te bestaan’ (vers 14), niet om te verdelgen, om te ontkennen. Wijsheid is niet hetzelfde als intellect, als hoog IQ. Het roept het woord “wijsbegeerte” – het verlangen, het zoeken ernaar op (Bijv. 6.9) en gerechtigheid lijkt de doe-kant van deze wijsheid te zijn.

Marcus vlecht twee verhalen ineen: Twee vrouwen, een dochtertje (vers 23) en een oudere dochter (34). De vader van het meisje zoekt “redding (- onze vertaling heeft: genezen!) en leven” (vers 23) en de oudere vrouw zoekt “redding” (vers 28) (onze vertaling heeft genezen!). De vertaling roept de vraag op of ‘gered worden’ gelijk is aan ‘genezen’! In de opdringerige drukke menigte – zo is het leven dikwijls** – maakt Jezus persoonlijk contact, bevestigt het vertrouwen van de vrouw en de ouders en brengt Leven in hun levensbedreigende situaties .

De vader vreest voor het leven van zijn dochtertje. Heeft ze anorexia (ze eet op het eind!), is ze misbruikt, gepest? Hij bidt Jezus en die gaat met hem mee.

De vrouw is al 12 jaar ziek. Ze is allang afgeschreven, het is “die zieke, weet je wel”. Heeft te horen gekregen dat ze er maar mee moet leren leven? LEVEN, ja, hoe doe je dat? Een naam heeft ze niet -ze telt niet meer mee. Gaat ‘t om iets schandelijks? Aids of armoede misschien? Ze zoekt Jezus, geen andere dokter of andere medicijnen. Hem! Jezus voelt kracht (Grieks: dynamiek) van zich uitgaan. Hij wil haar zien, haar! Deze!! en bevestigt haar in haar vertrouwen: “Je vertrouwen heeft je gered.” Sommigen geven het dochtertje al op, hebben haar al afgeschreven. Jezus bemoedigt de vader: “houd vertrouwen, blijf geloven!” In haar? Zoals ouders of een leraar doen? In Jezus? Jezus pakt haar hand, richt haar op (de terminologie doet erg aan verrijzenis denken) en de twaalfjarige loopt zelf-standig en heeft natuurlijk meteen honger! ‘Meisje, dochter’ wordt ze genoemd – ze wordt aangesproken!

Kun je ook zo lezen? Doe je dan tekort aan het ‘geloof’ in Jezus wat hier, en het Griekse woord pistis geeft daar aanleiding toe, met ‘vertrouwen’ is vertaald? ‘Vertrouwen’ doet meer dan het woord ‘geloof’ aan relatie denken – of je zou in plaats van ‘geloof’ moeten vertalen ‘geloven in’.

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: leest hier op onze website