Schriftlezingen: Apoc. 11.19a; 12.1-6a,10ab en Lucas 1.39-56

De lezing uit de Apocalyps kan nauwelijks anders dan symbolisch gelezen worden. Dat zien we vaak bij literatuur in tijden van crisis. Die is versleuteld. Zo ook hier: een beginnende christenheid dreigt als door een draak verslonden te worden. En men zoekt houvast, zoekt een vast ankerpunt: de hemel, en/of Gods project.
De laatste trompet, de 7e,, kondigt Gods koningschap aan. Dat klinkt hoopvol. Is zo’n ankerpunt.

Gods verbond – zijn Verbond, zegt de tekst – wordt zichtbaar in zijn tempel: het is geen wederkerig verbond; het is eenzijdig, gaat van God uit. Ook dit is zo’n ankerpunt. Rustgevend en de elementen bliksem en donder staan erachter.
Er verschijnen een vrouw en een felle draak aan de hemel. Meer dan een plaatsbepaling verwijst ‘hemel’ naar God. De vrouw is omkleed met zon, maan en twaalf sterren, de draak met afschrikwekkende machtssymbolen. In barensnood schreeuwt de vrouw en haar zoon zal “al die volken weiden met een ijzeren staf”. Waarom die ijzeren staf? Is dat: onverwoestbaar? Een hoopvol ankerpunt? Schemert hier het nieuwe Godsvolk door als een kroon op de twaalf stammen?
Een felle draak smoort het hemels perspectief met zijn staart en dreigt het nieuwgeboren kind te verslinden. Maar God beschermt dit kind, en voedt het volk in de woestijn, die zijn verblijfplaats zal zijn. Verwarrende tijden? Met een hoopvol perspectief?

In de Evangelielezing ontmoeten twee moeders elkaar. Elizabeth, vervuld van H. Geest, (er)kent Maria als de moeder van haar Heer. Elizabeth is voorloopster van Maria, zoals haar zoon Johannes van Jezus. En zoals ooit de moeder van Samuel (1 Sam. 2.1-10) spreekt Maria haar Magnificat: “Want Hij heeft omgezien naar zijn vernederde dienstmaagd.” Omzien naar een vernederde, dat verwacht je niet. Het latijn is nog duidelijker: ‘Hij keek met respect (‘respexit’) op naar….‘ De moeder van Jezus roept hier wat Jezus aan de avondmaalstafel zegt: “Bij anderen spelen koningen de baas, laten machthebbers zich weldoener noemen, zo moet het onder U niet zijn. De grootste van jullie moet de minste worden, en de leider een dienaar.” (Luc. 22.26). Het ‘omzien naar/ opzien naar’, met ‘respect’, dát maakt Maria groot, zoals ook haar gang naar haar ‘nicht’ Elisabeth. “Gods woord wil deze wereld omgekeerd”, zingen we. Het evangelie spreekt ons van een omgekeerde wereld: “dat lachen zullen zij die wenen, dat……..”

Henk Bloem, pastor

Enkele blogs bij de lezingen van deze zondag lees je hier.