Schriftlezingen: Handelingen 4:32-35, 1 Johannes 5:1-6 en Johannes 20:19-31

Ananias en Saphira maken duidelijk dat in het begin van de kerk niet alles rozengeur en maneschijn was. De werkelijkheid was weerbarstiger dan het ideaal. Maar het boek Handelingen maakt reclame; heeft vooral aandacht voor het succes, de uitbreiding van de nieuwe christelijke beweging. Zie bijvoorbeeld vers 32-33: ‘grote groep gelovigen’, ‘één van hart en ziel’, ‘een hechte gemeenschap’, ‘allen begunstigd’. Mislukkingen passen daar niet goed bij.  Centraal staat het getuigenis over de opstanding van de Heer Jezus (vers 33). En daar zijn het broederlijk samenleven, de onderlinge eenheid en solidariteit uitingen van. Soms doet het wat sekte-achtig aan. Dat kan misschien ook niet anders bij zo’n beginnende beweging die een vernieuwing van de sociale werkelijkheid met zich meebrengt. De eerste brief van Johannes benadrukt deze twee kanten: “Ieder die de Vader liefheeft, heeft ook lief wie uit Hem geboren zijn.” Als je bidt en gelooft in ‘Onze Vader’ kun je niet om je medemensen heen, die dan je zussen en broers zijn! Geloof en politiek grijpen in elkaar.

De evangelist Johannes vertelt twee verschijningen met opmerkelijke gelijkenissen: de eerste  aan de elf, en de tweede aan Tomas. Beide keren zijn de deuren gesloten. Toch komt Jezus (let op de benaming!) binnen. Geen twijfel mogelijk: het is Jezus, kijk maar naar zijn wonden. Hij is er, maar niet lijfelijk zoals vroeger; een dichte deur vormt geen obstakel voor hem. Beide keren wenst hij: “Vrede zij U” (zelfs 3x!).
“De leerlingen waren blij toen ze de Heer (let op de benaming) zagen”, en Tomas roept: “Mijn Heer! Mijn God!” Zij ervaren niet ‘Jezus’ maar: “De Heer”. Tomas wil er – plaatsvervangend voor allen die na hem komen – zeker van zijn dat “de Heer” en de gekruisigde één en dezelfde zijn. De Verrezene is niet los verkrijgbaar! Dan blaast hij hen de heilige Geest in. Geen blazen over hen en niet De heilige Geest. Maar zoals de Vader in Genesis 2:7 hen levensadem inblaast en levensadem geeft, zo blaast Jezus nu Geest in zijn leerlingen. Hij be –geest-ert hen tot nieuw leven. Vanuit die nieuwe Geest is vergeving, een nieuwe start mogelijk. Tenslotte wordt Tomas’ ervaring uitgebreid tot “allen die niet gezien hebben.”

Het Paasei van de Verrijzenis moet in en door de kerk steeds uitgebroed worden. En dat ei is groter dan jezelf – dus dat uitbroeden duurt nog wel even. Maar zonder verrijzenis zou er geen kerk zijn, en wij geen christenen zijn.

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier.