Schriftlezingen: Exodus 17.3-7; Rom. 5.1-2.5-8 en Joh. 4.5-42

De put en/of de bron.
“Jesus was afgemat bij de bron gaan zitten” zo Johannes 4.6. En in vers 11 staat: “U hebt niet eens een emmer en het is een diepe put”. ‘Put’ of ‘bron’, wat is het? Wij zeggen dat je een bron van inkomsten moet hebben en dat je diep in de put kunt zitten. (Daar is ‘zitten’ trouwens niet aan te bevelen!) Je zou misschien ook kunnen zeggen: Jezus komt uitgeput bij de put en toont zich een bron van levend water. Leuk hè?

Godgeklaagd.
Ze klagen over water, ze klagen dat God niet bij hen is. Het is Godgeklaagd. De lezing begint met fysieke dorst en sluit af met geestelijke dorst. Opent met: “leden hevige dorst” en sluit af met: “Is de Heer nu bij ons of niet?” De fundamentele vraag is niet fysiek maar existentieel. Dorst naar iemand, naar een mens die naast je is, naar menswaardig, zinvol Leven. In onze tijd van eenzaamheid voelen steeds meer mensen deze dorst.
Abel Herzberg werd 100 jaar, en zei: “Ik lijd aan Noachisme – ik voel me net als Noach de enige overlevende op aarde!
Als Jezus op het kruis roept: “Ik heb dorst”, vraagt ʼie dan om zijn lippen met een wattenstaafje te deppen? Of heeft hij een dorst die dieper reikt: Dorst naar God? Waar is God nu? Waar is recht en vrede? Waar is mijn hemelse Vader die levenslang mijn levensbron was?
Iemand zei ooit dat in de concentratiekampen meer mensen stierven omdat ze geen toekomst, geen uitzicht, geen hoop, niets of niemand om in te geloven meer hadden dan dat er stierven omdat ze geen voedsel kregen.

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier