Schriftlezingen: Handelingen 10:25-26, 34-35, 44-48 en Johannes 15:9-17

Cornelius was een ‘godvrezende’. Zelf geen Jood, sympathiseerde hij wel met hen en hun geloof. Petrus is strenger in de leer en voor hem zijn niet-Joden ongelovigen en te mijden. Maar door Gods opdracht om naar de romein Cornelius te gaan draait hij 180% graden om: hij ervaart dit als teken dat geen mens uitgesloten mag worden. God kent geen aanzien des persoons. Dit wordt op het apostelconcilie, (hoofdstuk 15) officieel erkend door alle apostelen en oudsten. Met zijn pastorale houding loopt Petrus hier dus wat voor de fanfare uit. Als zelfs Gods Geest geen onderscheid tussen gelovigen en heidenen maakt is er ook geen argument meer om de heidenen van de doop uit te sluiten – wat blijkbaar niet betekent dat ze meteen volop ‘bekeerd’ zijn. God kent geen of-of. Voor hem is het en-en.

De evangelielezing eindigt: “Dit draag ik jullie op dat je elkaar liefhebt”. Liefhebben, daar gaat het om! Zoals de Vader mij, zegt Jezus, en zoals ik jullie, blijf in die liefde. Met andere woorden: Blijf erin! Dat doe je door je door mijn woorden te laten zeggen, zoals ik me door de vader laat gezeggen en in zijn liefde blijf. Met ‘Liefhebben’ is blijkbaar niet onze romantische liefde bedoeld. Die laat zich niet opdragen, niet ‘op commando’! Hier is eerder de aanhankelijkheid, de trouw van een vazal aan een grote koning of veldheer gedacht. Dat kun je namelijk wel bevelen, zelfs met geweld afdwingen. “Blijf in die liefde” is een roep om trouwe vazal te blijven, partij voor hem te blijven kiezen – blijf erin! Blijf in dit pact en loop niet over naar het andere kamp. Hier duikt ook het woord ‘vrienden ’op. Iemand die door dik en dun loyaal aan je is, je nooit in de steek laat, die is jouw vriend.

De ranken, zegt Jezus, hebben het niet van zichzelf, het wordt hun gegeven. De Vader is de wijnstok, de bron van de ‘liefde’, van de ‘opdracht’, van de ‘vreugde’. Jezus representeert de Vader en geeft de blijheid daarover aan zijn vrienden door, die de blijde boodschap van liefde verder moeten dragen. Het is getrapt, drietraps. Het komt van de Vader, Jezus bemiddelt de opstap tot de Vader. Als je de taal van zo’n stukje evangelie moet benoemen dan denk je eerder aan mystieke dan aan een beschrijvende logische taal.

Ooit is de schrijfstijl van evangelist Johannes vergeleken met een mot die rond een lamp zoemt. Die er nu eens tegenaan vliegt, dan verder zoemt rond de lamp, dan er weer tegenaan, enzovoort. Hij verkondigt geen onwrikbare waarheid – veeleer gaat hij met zijn lezers op zoek naar wat waar en leven gevend is.

Henk Bloem, pastor.

Voor de blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier.