Het gebeurt TIJDENS de maaltijd. Niet bij binnenkomen van ‘t huis, niet een soort welkomstritueel. Jezus staat TIJDENS de maaltijd van tafel op. Iedereen verwacht dat hij het hoofdgerecht gaat halen. Maar hij kleedt zich om en gaat zijn leerlingen de voeten wassen! Niemals dar gewesen: de Heer, meester die leerlingen de voeten wast! Omgekeerde wereld. Maar dát is het hoofdgerecht: elkaar de voeten wassen! Eet smakelijk! En hopelijk heb je die smaak nog een beetje in je mond wanneer je de communie ontvangt. En misschien komt lied in je hoofd: ‘Gods woord wil deze wereld omgekeerd…’

E. Nicholas, De Heer van Jericho, 31

Zolang een meester de Heer blijft,
verheven boven zijn bedienden,
is het aangenaam en gemakkelijk hem te bedienen.
Naarmate de meester meer afdaalt
tot het peil van zijn ondergeschikten,
wordt het dienen moeilijker.
De Heer is hun bestaansreden.

Dit gedichtje moet je eens vergelijken met wat Jezus volgens Lucas 22.27 zegt aan de tafel van het laatste Avondmaal: ”Wie schat je hoger in, degene die aan tafel aanligt of degene die bedient. Dat is toch degene die aanligt?! Maar ik ben onder jullie degene die bedient.” Dat moet verwarrend en misschien wel teleurstellend voor de leerlingen geweest zijn. Ze hebben liever een een Meester die hen leert carrière naar boven te maken, dan naar beneden! Naar de voeten!

Op Witte Donderdag, dag van het Laatste Avondmaal, kun je denken of mediteren bij:

  • Het woord TIJDENS: In Johannes 13,1 wordt dat gezegd, in 13 4 staat Jezus van tafel op, in 13.12 neemt hij weer zijn plaats aan tafel in: het voeten wassen is het hoofdgerecht! Voeten wassen bepaalt of je er wel of niet bij hoort—zie Petrus’ protest en Jezus’ antwoord in Johannes 13,13vv.
  • Johannes vertelt ook niet van brood en wijn, niet van eten/drinken: het voetwassen zegt alles. Voetwassen laat zien wie Hij is: Dit is mijn Lichaam… Dit is mijn bloed.
  • De Emmausgangers (zo heet onze parochie!) vertellen dat ze hem herkenden aan het breken van het brood (Lucas 24.35). Niet aan ‘Brood en Wijn’, niet aan de woorden die Hij zei, maar aan ‘het breken van het brood’. Als je kijkt naar de bijbelse verhalen over het laatste Avondmaal dan staat er steeds: ….hij brak het brood en zei: “Dit is mijn Lichaam/bloed.” Steeds wordt eerst het brood gebroken en dan zegt hij: “Dit is…..”enz. (Voor wie het niet gelooft en zelf wil opzoeken: Matheus 26.26; Marcus 14,.22; Lucas 22.19; Handelingen 2.42; Paulus in 1 Kor 11.24). Ik versta: Hij zegt dit niet van het hele, ongeschonden Brood maar van het gebroken Brood. Dat is hij, dat typeert hem: Hij breekt zichzelf voor iedereen, Hij laat zich breken zoals bij de voetwassing: Dat is zijn lichaam, dat is zijn bloed.

Als je dit zo ziet, dan is het best jammer dat je dit niet samen kunt vieren. Dan komen aspecten als voetenwassen, ’t breken van het brood, beter tot hun recht. Je eigen voeten wassen, werkt niet.
Ik wens jullie allen een goede Witte Donderdag toe. Maak er iets moois van.

Henk Bloem, pastor