Schriftlezingen: Jesaja 40,1-5.9-11.. en Sal 84 en  2Petr 3,8-14 en Mc 1.1-8 

‘Boek van de vertroosting’ worden de verzen 40.1-55.13 van Jesaja wel genoemd. Het joodse volk kan na de ballingschap terug keren naar Jerusalem. Wie had dat durven denken: terugkeer naar Jerusalem. Vandaar “Troost, Troost mijn volk “, het einde is in zicht.

De ‘ongerechtigheid’ heeft het woordje ‘recht’, zoals ook in het evangelie: Marcus 1 : “maak zijn paden recht”— waarbij je meer mag verwachten dan stratenmakerswerk.

De glorie van de Heer zal verschijnen en de Heer zal uitnodigen om luid te verkondigen : Uw God is opkomst. Krachtig en tegelijk als een herder—en dat is zachtzinnig.  “Op komst” niet simpelweg: ”uw God is er.” Laat ruimte. Maakt het gladjes voor de Heer—en ook hier zijn “de weg” en “recht” geen stratenmakers jargon maar betreffen de morele weg van het volk Gods. Zoals: rechtvaardig, recht door zee, rechter, rechtschapen, rechtzinnig…   En dan: verkondig het luid; Uw God is opkomst. Opkomst, niet Hij is er -er wordt iets aan ons gevraagd. Aan ons die getekend worden (vers 6: het volk is gras). Mensen zijn zo wispelturig, kun je niet van op aan, hun ‘wegen’ zijn onvoorspelbaar; alleen Gods woord houdt in eeuwigheid stand. (vers 8b). Met klem wordt gezegd, tot tweemaal toe: “Hier is uw God”. Dat is troost: God met ons! En niet: van God en mens verlaten.

Psalm 85. Het sleutelwoord ‘terugkeer’ ligt ten grondslag aan onze vertalingen. Dat woord zit achter: komt weer bij ons wonen, en achter de constructie: ”voorbij” (vers 1), en achter de constructie: Als..Dan..en nog eens “Dan”’
Steeds gaat om de terugkeer, of ommekeer…om te horen wat God ons brengt.

De lezing uit de tweede Petrusbrief. De zin die mij boeit in dit apocalyptische stukje:Volgens zijn belofte verwachten wij nieuwe hemelen en nieuwe aarde, waar gerechtigheid zal wonen”. Dat is “ommekeer”. En zie hier: “waar gerechtigheid zal wonen” tegenover de “ongerechtigheid” de Jesaja lezing.

De Evangelielezing Mc 1.1-8 past goed aan het begin van de Advent. Johannes de Doper, de voorloper, die de weg vrijmaakt voor de heilige Geest. De evangelist Marcus schrijft: Hij zal u dopen in de H. Geest. Niet “met” maar “in” – dat is meer dan wat water d’r overheen. Dat water kun je afschudden, maar ‘in’; schud je niet zomaar af, de Geest zit in je.
Op TV hoorde ik: “Alles is mogelijk als je er maar in gelooft”.
Enerzijds laat het zien dat “geloven” een grote impact kan hebben. Als je ergens in gelooft, dan ga je ervoor.  ‘Ergens in geloven’ kan heel bepalend zijn voor je doen en laten—kan ook oppervlakkig, een bevlieging zijn.

In Amersfoort doen zes van de veertig kerken mee aan de voedselbank voor hen die het zich anders niet kunnen veroorloven. En iemand zegt “Ze maken zichtbaar waar ze voor zijn en waar ze in geloven.” Je kunt ook zeggen: Maakt zichtbaar dat ze gedoopt zijn in de heilige Geest.

 

Emeritus-pastor Henk Bloem

Lees de blogs van de week voor verdieping bij deze lezingen