Dat we onze dagen openhouden
voor wat ons
onverwacht kan overkomen:
een ontmoeting, een vaarwel,
ontroering om de schoonheid
van de mensen of de wereld,
een mens die troost komt vragen
of ons een ogenblik vrede schenkt.

Dat we onze dagen openhouden
voor wat nutteloos is:
gastvrijheid en welkom,
dankzeggen, stilte,
zomaar een woord
of een gebaar van goedheid.

Fragment van gedicht van Frans Cromphout, Vlaams Jezuïet.