Enkele notities ter overdenkingen van de lezingen van deze week. Met name enkele aanvullende exegetische opmerkingen, en aandacht voor de uitdagingen waar de kerk zich voor gesteld ziet.

Aanvullende exegetische, of prekerige opmerkingen.
a) Het Marcusevangelie kent grofweg twee delen. Het eerste draait om de vraag: Wie is die Jezus uit Nazareth toch? Hij vergeeft zonden, maakt melaatsen rein, brengt een nieuwe leer met gezag. Wie o wie is hij?
Het tweede deel begint met Petrus’ belijdenis in vers 8:30: “U bent de Messias/Christus” en LEERT ons daarna dat dit niet zonder lijden, sterven en verrijzenis kan.
b) Vanaf vers 8:30 spreekt Marcus vaak van ‘Mensenzoon’. Wel elf keer, terwijl verder alleen twee keer in hoofdstuk twee. Wil die titel niet juist de kwetsbare, broze kant van de lijdende Messias benadrukken? Jezus LEERT (didaktiek) dat sterven en verrijzen de Mensenzoon tot Messias maken – dat was voor de leerlingen ongehoord! Dat blijkt wel uit Petrus’ reactie. Die staat haaks op Jezus’ eigen beleving. Aan volk en leerlingen verkondigt Jezus dat navolging niet zonder lijden kan en dat je je leven moet verliezen om het te redden. Een regelrechte omkering van waarden.
c) Die omkering blijkt ook op de Thabor. Daar zien ze Jezus anders! Allereerst: het gebeurt op een berg, hoog en ons overstijgend. Een hoopgevend topmoment waar Jezus zegt: “Vóór de verrijzenis mag je tegen niemand zeggen wat je nu gezien hebt” (vers 9:9). Pas in het licht van de verrijzenis vallen de stukjes op hun plaats – krijgt ook het lijden en sterven zin. Gods woord wil deze wereld omgekeerd, dat LEERT Messias Jezus hen.
d) Jezus begon hun te leren. Maar daar is geen beginnen aan. De leerlingen (Petrus) kunnen de Christus niet associëren met de onderkant van de samenleving, met de armen, vluchtelingen, de havenots, met de periferie. Ze hadden anders van hem verwacht. Daarom krijgt Petrus (vers 8:31) privé-onderricht, en daarna de hele menigte (vers 8:34) en vervolgens alle leerlingen (vers 9:30). De Messias en Lijden, Sterven en Verrijzen horen bij elkaar – en zo meester, zo knecht. Zijn volgelingen moeten hem volgen op deze weg
De Petrussen van alle tijden, de kerk(en) van alle eeuwen, zijn leerlingen en volgelingen snappen dit nooit helemaal! Willen groots en meeslepend leven, willen, de ‘grootste’, ‘de baas’ zijn. Daarom LEREN, iets waar je geduld voor moet hebben en wat niet in een keer af is.

Na de aftocht
God, bent u nu in Afghanistan?
Wij zijn er niet meer
En de anderen die gekomen waren
en voor langere tijd zouden blijven, ook niet
Wat een gevechten, wat een gewonden en doden.
Wat een hoop, en wat een mislukkingen.
Wie betaalt de prijs?
Die is allang betaald
ook door hen die treuren om de slachtoffers
dichtbij en verder weg.

God bent u nu in Afghanistan?
Bij de hen die achterblijven, in groot gevaar
Alleen maar omdat ze meisjes en vrouwenzijn.
Alleen maar omdat ze een betere toekomst wilden
Voor zichzelf, voor hun families,
omdat ze scholen gebouwd hebben,
of bericht hebben over wat er op straat gebeurde,
omdat ze getolkt hebben en gekookt
voor hen die er niet meer zijn.

God blijft u daar
waar wij niet meer zijn
Maar blijf ook bij ons
en herinner ons eraan
Wat er gedaan moet worden
Opdat zij die nu voor hun leven rennen,
niet achter hoeven te blijven. Amen.

(Christ in der Gegenwart No 34/2021; vertaling Henk Bloem)

Hoe gaat het verder? Zo?
a) In de vierde eeuw kwamen mensen in het Noord-Afrikaanse Abitina samen om eucharistie te vieren. Ze werden gevangen genomen, verhoord en verklaarden: Sine dominico non possumus – zonder ‘dag des Heren’ (dominico van dominus en ‘domenica’ = zondag) kunnen we spiritueel niet overleven .
Dat was 4e eeuw. Wat gaan wij doen?
Het liefdeslied van The Clash stelt scherpe vraag: Should I stay or should I go? Dat vroeg  Jezus in Johannes 6:51 ook “…jullie willen toch niet ook weggaan?”
In Duitsland laten hele rijen mensen zich uitschrijven uit de kerk. Zij willen niet langer bij een kerk horen waar zoveel schandalen (seksueel misbruik; de kinderlijkjes in Canada; het toedekken van schandalen) boven water komen. Natuurlijk speelt hier ook de Kirchensteuer mee, maar het gaat ons allen om dezelfde vragen: Welke structuren, denkvormen, liturgievormen, zijn levendmakend, geest vervullend, inclusief, helend en welke zijn leven dodend, discriminerend, zonder hoopvolle toekomst? We moeten keuzes maken. Het ‘van huis uit rooms-katholiek’, het gewoon meelopen en meedoen is er niet meer bij.
b) In de toekomst zullen we misschien wel drie, vier of vijf ex-pausen hebben. De eisen die tegenwoordig aan een paus gesteld worden, zijn eigenlijk bovenmenselijk voor iemand van 84 jaar. (Christ in der Gegenwart No 34/2021)

Henk Bloem

Meer verdieping in de lezingen van komende zondag: lees hier.