De blogs van deze week gaan over de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging en de eigenlijke betekenis die daaruit gedestilleerd kan worden.

 

Is er wel genoeg?
Ze kwamen om over hun huwelijk te spreken. Ze hadden allebei een Bijbelverhaal moeten kiezen dat hun bijzonder aansprak en van daaruit zouden we de viering opbouwen. “Ja” zei het meisje, “ik weet wel een verhaal, maar dat heeft weinig met ons huwelijk te maken. Ik begrijp ook niet goed waarom het toch iedere keer voorop mijn tong ligt”.
“Welk verhaal is dat?” vroeg ik.
“Het verhaal van de wonderbare spijziging” zei ze, op een toon van: zie je nou wel dat het niks is voor een huwelijk.
“Wat vind je zo bijzonder aan dit verhaal?”
“Nou”, zei ze, “dat het genoeg was, waar dat jongetje mee kwam aangezet, die 5 broden en 2 visjes, dat dat genoeg was voor al die mensen”.
We waren er met zijn drieën een beetje stil van.
“Ben je wel eens bang dat je te weinig hebt, dat het niet genoeg zal zijn voor hem en voor jullie samen, al die jaren?”
“Ja” zei ze, “soms vliegt me dat aan”.
(anoniem)

 

Hongeren en Dorsten naar gerechtigheid
“In de toekomst kan elke apostel (vandaar 12?) het voedzame werk van de Meester voortzetten. Het gaat niet om kopen (Filippus), werken en verdienen (Andreas), maar om geloven, vertrouwen en krijgen, ontvangen.” schrijft N.Tromp in: Met andere woorden, 16 (1997) no. 4.
Zelf denk ik dat je hier ook aan Johannes 6.67 moet denken waar Jezus zijn leerlingen zegt: “Jullie willen toch niet óók weggaan?” Waarop Simon Petrus antwoordt: “Heer naar wie zouden we gaan? In uw woorden vinden we inderdaad eeuwig leven”. Van Jezus’ woorden kunnen ze leven – zelfs eeuwig leven. Dat moeten dus voedzame woorden zijn, waar ze mee vooruit kunnen. En bedenk ook dat Johannes de laatste avond niet spreekt over een maaltijd met brood en wijn, maar vertelt dat Jezus van tafel opstaat, en voeten gaat wassen. Dat is het gerecht dat Jezus opdient: voeten wassen. Eet smakelijk!
Henk Bloem

 

Mahatma Gandhi, India
“Aan de armen durft God zijn gelaat niet te vertonen
tenzij in de vorm van brood of de belofte van arbeid.
Armoede cultiveren leidt slechts tot morele afbraak.
Elk mens heeft het recht te mogen leven,
vandaar ook het recht op de middelen
die hun voedsel kunnen verschaffen.”

Als wij niet meer geloven
Als wij niet meer geloven dat het kan, wie dan wel?
Als wij niet meer vertrouwen op houden van, wie dan wel?
als wij niet meer proberen om van fouten wat te leren
als we ‘t getij niet keren, wie dan wel?
Als wij niet meer zeggen hoe ‘t moet, wie dan wel?
als wij niet meer weten wat er toe doet, wie dan wel?
Als wij er niet in slagen, de ideeën aan te dragen,
voor een kans op betere dagen, wie dan wel?
Als wij niet meer geloven dat het kan, wie dan wel?
als wij niet meer komen met een plan, wie dan wel?
als wij er niet voor zorgen dat de toekomst is geborgen
voor de kinderen van morgen, wie dan wel?
Als wij onszelf niet dwingen een gat in de lucht te zingen,
waar zij in kunnen springen, wie dan wel?
Paul van Vliet

 

Meer verdieping in de lezingen van komende zondag: lees hier