Kan het licht zijn weg nog vinden, in een wereld vol geweld?
Kan het licht zijn baan wel breken
door de muren van onverdraagzaamheid?
Eens komt er een barst, in elke rots, in elke steen.
Dan stroomt het licht
En breekt de liefdevolle kwetsbaarheid er doorheen.

Uit:  De kloof van San Martino,zomer 2022.

*In Myanmar, Nepal, Bangladesh, zien (jonge) mensen tot hun grote schrik, soms lepra op hun lichaam. Dat is voor hen een sociale dood. Het betekent dat ze niet meer aan het (sociale) leven mogen deelnemen. Jongeren die er van  genezen, voelen het als: ”Dank u wel dat u onze levens aanraakt”, en “Ik heb mijn toekomst weer terug”; “mijn grootste wens is dat ik me niet meer hoef te verschuilen”. Teksten die laten voelen hoezeer lepra het leven van slachtoffers verwoest. Eenlingen van hen maakt.
Wat betekent dit voor een kerkgemeenschap? Ook uitstoten? Uit de buurt blijven?

 

*Iemand zucht “Goed dat het katholicisme voorbij is”. Niet: …dat het katholiek-zijn voorbij is, maar het ‘katholicisme”, di de overdrijving, waar het katholiek-zijn een systeem, een vast, bijna heilig patroon wordt. Gelukkig, zucht deze man, dat dit voorbij is:” Het verwees niet meer naar een diepere betekenis. Het vernauwde het denken”, zegt deze lezer in Trouw.

De toevoeging van -ism duidt vaak een overdrijving: populisme, absolutisme kapitalisme, holisme …vul maar aan.

 

*Dominee Arjan Plaisier zegt: ”Als kerk moeten we ons realiseren in een postchristelijke samenleving te leven. De kloof tussen wereld en Koninkrijk Gods is wat maten groter dan wij soms denken.” De rk priester Tomas Halík denkt in dezelfde lijn in zijn boek: ‘De namiddag van het christendom: op weg naar een nieuw tijdperk’. Een spannend, soms radicaal boek dat ongetwijfeld vele voors en tegens zal oproepen. Zoals de zin: “Dat wat op instorten staat, is misschien niet meer dan een houten steiger. Als die is verbrand, zal het gebouw van de Kerk weliswaar sporen van het vuur vertonen, maar de essentie, die lang verborgen is gebleven, komt dan pas tevoorschijn”.  Het belangrijkste lijkt me dat we in gesprek blijven—dat we synodaal leven, kerk zijn en er niet op uit zijn de ander af te troeven maar samen ’langs een andere weg’ (Matheus 2.13)  verder te gaan.

 

*Nieuw leiderschap? “Zaken gaan voor het meisje”—het zakelijke is het belangrijkste—’t andere kan wachten. Management gaat voor verbeelding, -voor menselijke maat, voor sociale barmhartigheid. Ds. Plaisier”: “Het is tijd voor een burgerschap, tijd voor een kerk die terugkeert naar haar oorspronkelijke wortels: een leef gemeenschap te zijn in Jezus’ naam met zorg voor elkaar, met een hart voor mensen om ons heen, en met een verantwoordelijkheid voor Gods goede schepping.” Spreekt de heilige Maria mogelijk tot de verbeelding omdat zij Moeder is—niet manager, niet krachtpatser, niet bovenmenselijk, niet een: ”anders ga ik het aan je vader vertellen”.

*Volgens de rabbijnen heeft een mens twee nieren: één raadt hem ten goede en één raadt hem ten kwade. En die ten goede zit aan de rechterzijde en die ten kwade aan de linkerzijde zoals gezegd is . (Pred.10.2)”Het hart [begrip] van de wijze zit aan de rechterkant en het hart van de dwaas aan de linkerzijde”. De rabbijnen leerden [over deze organen]: De nieren adviseren, het hart begrijpt. (uit Babylonische Talmud, Berachot 61A).