De blogs van deze week gaan vooral over tegenstellingen tussen arm en rijk, tussen hebben en zijn, tussen oorzaak en gevolg.

 

Tegenstellingen die niet zonder elkaar kunnen.

De exegeet Dominic Crossan ‘Excavating Jesus’: schrijft: ‘It is not just that every one is poor and that poverty is bad. It is that luxury increases at one end of society by making poverty increase at the other. The rich get richer as the poor get poorer.’ Vandaar ‘gelukkig de armen’ en meteen als tegenpool ‘wee de rijken’.

Hebben en/of Zijn.
Op school stonden ze op het bord geschreven,
Het werkwoord hebben en het werkwoord zijn;
Hiermee was tijd, was eeuwigheid gegeven
De ene, werkelijkheid, de andre schijn.

Hebben is niets. Is oorlog. Is niet leven.
Is van de wereld en haar goden zijn
Zijn is, boven die dingen uit geheven,
Vervuld worden van goddelijke pijn.

Hebben is hard. Is lichaam. Is twee borsten.
Is naar de aarde hongeren en dorsten.
Is enkel zinnen, enkel botte plicht.

Zijn is de ziel, is luisteren, is wijken,
Is kind worden en naar de sterren kijken,
En daarheen langzaam worden opgetild.
Ed Hoornik

Dit gedicht geeft een diagnose van onze moderne tijd die ‘hebben’ hoog in het vaandel heeft staan en dat wat je niet kunt vastpakken maar vaag en mysterieus vindt. Daar vaak het ‘bestaan’ van ontkent, of er niet mee rekent. In de special van ‘VoLZIN’, Nr. 11 november 2018 zegt Carlo Leget: “De ziel is niet kenbaar als een object, maar wel op de manier waarop liefde en vriendschap zich laten kennen. We hebben allemaal weet van zoiets als bezieling…. De meeste mensen voelen heel goed aan waarover het gaat”. Bert Keizer, columnist in Trouw weet ook dat de ziel ongrijpbaar is en zegt, “de ziel zit in het lichaam als de stemming in het feestje”. Maar zonder die stemming, die be-ziel-ing is het een dooie bedoening; zonder die ziel staan we misschien dichter bij robots dan bij mensen.

Hans van Munster, Kierkegaard kenner, zegt dat Kierkegaard de onverbrekelijke eenheid van handelen en geloven onderstreept:“Het christendom is iets dat gedaan moet worden, de verhouding tot God dringt tot welbepaald gedrag:” S,Kierkegaard ‘Daden van liefde’ ,1847.
en ook: “Van alles wat je gezien hebt, is er niets waarvan je zo zeker kunt zijn, dat het nooit in de hemel zal komen, als geld” (Blz. 6)( zie inleiding)

Wee de rijken
Als we nu op onze lauweren gaan rusten
met ons geld in de knip
met ons overgewicht
met onze uitpuilende kleerkasten
met onze wegwerpartikelen
met ons mateloze energieverbruik
met onze zelfgenoegzaamheid
terwijl het overgrote deel
van onze zusters en broeders
nog crepeert
dan zou het wel eens kunnen gebeuren
dat wij in een volgend leven
achteraan moeten aansluiten.
Want we geloven toch in gerechtigheid?
Yvonne v. Emmerik

Henk Bloem, pastor

Meer verdieping in de lezingen van komende zondag: lees hier