Witte Donderdag, Goede vrijdag en Paaswake

De drie dagen rond Pasen hebben één gezamenlijke naam: Paastriduüm. Ze kunnen moeilijk los van elkaar gezien worden.

Witte Donderdag, in Duitsland: Grün Donnerstag (naar Psalm 23 met de grazige weiden). De liturgische kleur is wit! De joodse wortels en achtergrond voor deze maaltijd vind je in Exodus 12,12 vv. en Numeri 9 vv. En als Jezus dan met de twaalf aan tafel zit, slaat zijn opmerking dat een van hen hem zal overleveren, in als een bom. Een voor een vragen ze: “Ik ben ’t toch niet, Heer?” Judas als enige, zegt niet “Heer” maar “rabbi”. Hebben de twee titels een andere gevoelswaarde? Is “rabbi” minder? Een onderwaardering?

Voetwassing, alleen Johannes spreekt ervan. Lijkt wel of hij Marcus 10,45  – “De Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen”, en Lucas 22,26-27 – “Bij jullie mag het niet zo zijn. De grootste van jullie moet de minste worden, en de leider de dienaar. Want wie is het belangrijkst? Die aan tafel ligt, of die bedient? Die aan tafel ligt toch zeker? Maar ik ben in jullie midden de dienaar.” Het lijkt wel of hij het wezenlijke kenmerk van de persoon Jezus  aanschouwelijk wil benadrukken: 1. om te dienen en, 2. de dienaar.
Het gebeurde, zegt hij, tijdens de maaltijd. Niet vooraf op het matje bij de deur om de voeten af te vegen. Nee, tijdens de maaltijd. Het komt binnen als (hoofd)gerecht: Voeten wassen! Eet smakelijk. Simon Petrus, stoer als altijd (zie Johannes 13,36-37) denkt zonder te kunnen.

Goede Vrijdag: Herdenking van het lijden en sterven van de Heer. Alleen al het woord ‘goede’ Vrijdag, maakt dat het geen sombere dag is. Woorden als “Maar wij zagen hem als een uitgestotene, door God geslagen en vernederd”, krijgen op GOEDE Vrijdag ook een andere zijde: een lichtere kleur (Jesaja 53,12). We lezen daarna het Lijdensverhaal volgens Johannes 18,1-19.35. Waarbij in 18,9 met de zin: “Van hen die u mij hebt toevertrouwd, heb ik niemand verloren laten gaan” al een gedeeltelijk antwoord op de term ‘goede’ wordt gegeven.
In vers 23 lezen we van de lijfrok die “van boven af” uit een stuk geweven is. Dezelfde uitdrukking ‘van bovenaf’ zien we ook in 8,23 en 19,11 en beide keren betekent het ‘van God uit’, ‘vanuit de hemel’. De eenheid blijkt van bovenaf gegeven. De eenheid is van God, laten we die niet verscheuren! Niet wat heel is, wat één is, in stukken scheuren. De lijfrok van Jezus – hij droeg het op zijn lijf. Het ging hem aan zijn hart. Zie ook Johannes 17,21 “Mogen allen één zijn, Vader, zoals Gij in mij zijt en ik in u ben, mogen zij ook één zijn in ons, opdat de wereld gelove in mij.”

Paaswake. Een wake, van donker naar licht. En je kunt de donkere nacht niet meenemen, net zomin als het eten van die nacht. Een volledig nieuw begin zal ’t zijn (Exodus 12). Het is Pascha= de voorbijgang des Heren waarbij de verdrukkers vernietigd en Israël gespaard wordt. Een eeuwige gedenkdag voor Israël. Het is niet zo moeilijk hier de grondtrekken van onze Paasnacht viering te ontdekken. Alleen al het donkere tijdstip van beginnen. Spannend he? Ik herinner me van vroeger een Paasnacht die om 4.00 uur ‘s morgens begon – onderweg zag je hier en daar een lichtje aangaan. Van de gestorven Jezus die ‘op de derde dag’ – een formule die niet zozeer de tijd maar vooral de goede tijd, Gods tijd, aanduidt – van donker naar licht, van leven naar dood gaat. Met de nieuwe Paaskaars wordt zijn leven, zijn licht, binnengedragen terwijl we zingen: Haec nox est, dit is de nacht. En er is nieuw doopwater, en we dopen onze hand erin en maken een kruis.

Henk Bloem, pastor