Met de werkgroep Theologie Kerk en Duurzaamheid, waar ik voorzitter van mag zijn, zijn we verdiepingsmateriaal aan het maken over geloof en duurzaamheid. Daarbij gebruiken we het Noachverhaal als kapstok. In de klimaatdiscussie wordt het zondvloed verhaal nog wel eens aangehaald. Vaak wordt dan gezegd, dat het nu niet God is die de Aarde laat overstromen maar dat de mens zelf de vloed over zich afroept door onze manier van leven. Maar het is veel interessanter om te kijken, of het Noach-verhaal ook houvast en inspiratie biedt voor een duurzamere omgang met de Aarde, zodat we ook deel van de oplossing kunnen zijn.

Een van de beelden waar we bij stilstaan is de stuurloosheid van de Ark. Is het u weleens opgevallen dat de De Ark geen stuur heeft. Noach, de mens, kon dus niet bepalen welke richting ze op zouden gaan. De Ark dobberde ogenschijnlijk stuurloos rond.

Onze uitdaging is te ontdekken waar hij mee bezig is en daarbij aan te sluiten

Het beeld van de stuurloze Ark zegt mij dat we als mensheid het vertrouwen moeten hebben om, ook als het gaat om het herstellen van de natuur, de sturing uit handen te geven, om los te laten. Het is niet aan de mens om de aarde te redden. Dat kunnen we helemaal niet. Het is God die dat doet en is er ook al lang mee begonnen. Onze uitdaging is te ontdekken waar hij mee bezig is en daarbij aan te sluiten. Kijk eens naar het herstelvermogen van de Aarde zelf en de planten en de dieren. Het zijn onze lotgenoten, maar ook onze bondgenoten. Dat is een hoopvol gegeven.

Paus Franciscus schrijft in Laudato si’: God is aanwezig in het diepste binnenste van ieder ding, zonder de autonomie van zijn schepsel aan te tasten…Deze goddelijke aanwezigheid, die het voortbestaan en de ontwikkeling van ieder wezen waarborgt, is de voortzetting van Gods scheppend handelen (LS80).

Theoloog Erik Borgman, noemt dit het meest verrassende aspect van de encycliek. Ik citeer “Maar het meest verrassende aspect van de encycliek wordt vaak over het hoofd gezien: de suggestie dat God niet alleen via mensen de gang van de geschiedenis bijstuurt. Ook de dieren en de planten, de bacteriën en de virussen zijn in Gods naam en als dienaren van Gods wil bezig de aanslagen op hun bestaan en hun leefmilieu te pareren.”

Keer op keer blijkt dat de natuur een wonderbaarlijk herstelvermogen heeft als wij mensen onze overheersende rol laten varen en de controle loslaten. Een mooi voorbeeld hiervan las ik laatst in een artikel in Trouw (Trouw 3 jan 2024). In Sahellanden als Niger en Malawi laten honderdduizenden kleine boeren, in de meest dichtbevolkte gebieden, bomen groeien op hun velden. Laten groeien staat er. Ze planten geen bomen, maar ze beschermen en beheren de bomen en struiken die spontaan opkomen. Dit kunnen bomen zijn die vruchten dragen, die hout leveren, die de bodemvruchtbaarheid bevorderen, die schaduw geven. En wat blijkt: de opbrengst van de gewassen die ze telen tussen en onder de bomen gaat omhoog, omdat die niet meer de hele dag in de brandende zon staan en daardoor minder water verdampen. Die, ondertussen, miljarden bomen zorgen voor meer voedsel voor de lokale bevolking, meer inkomsten voor de boeren en heel veel CO2-opname. Daar heeft de hele wereld wat aan. Ik vind dit een mooi voorbeeld van hoe natuurherstel en voedselvoorziening hand in hand kunnen gaan. En goed beschouwd is hier de natuur leidend, en de mens volgend. Zo bouwen natuur en mens samen aan de toekomst. Misschien kunnen wij, westerse mensen, hier nog wat van leren, minder hoogmoed en sturingsdrang, meer vertrouwen, respect en nederigheid.

Marjolein Tiemens-Hulscher
Deze blog verscheen eerder op Groen Geloven

Afbeelding: door Gordon Johnson via Pixabay