Schriftlezingen 2 Kon. 4.42-44, Efeziërs 4.1-6 en Johannes 6.1-15

In 2 Kon. 2.10 vraagt Elisa om de ware opvolger van Elia te worden. Daarna wordt bevestigd dat dit inderdaad zo is: “De Geest van Elia rust op Elisa” (2.15)” en om het aanschouwelijk te maken worden over hem wonder-baarlijke gebeurtenissen verteld – soms bijna dezelfde als over Elia. Net als zijn voorganger, zegt hij van zichzelf: “De Heer, in wiens dienst ik sta” (2 Kon. 3.14 vgl. 1 Kon 17.1; 18.15) en net als Elia (El = God, JA = JHWH, dus JHWH is God en geen ander!) wordt hij als “man Gods” (2 Kon. 3.25 vv. Vgl. 1 Kon. 17.18) gezien. Een tweede Elia dus!

We horen hoe Elisa zijn geloofspapieren toont door op Gods woord 100 man te laten eten van 20 gerstebroden en een beetje tarwe! En tegenover de bange, twijfelende vraag van Gehazi: “Hoe kan ik dat nu voorzetten aan honderd man?”- staat het vertrouwvolle handelen van Elisa. Zonder geloof vaart niemand wel!!

In de brief aan de Efeziërs spreekt Paulus hen moed in om aan hun roeping vast te houden. Een roeping van Godswege – middels doop, geloof – om elkaar te verdragen, in vrede met elkaar te leven. Hij doet zo’n oproep niet voor niks – waren hier ook benauwde, afhoudende vragen?!
Velen komen achter Jezus aan – hongerig. Hongerig naar brood? Of naar zijn ‘onderricht’? (zie ook 6.22-25) Johannes spreekt over echt brood – maar daardoor heen schemert dat Jezus’ onderricht, het woord Gods, ook broodnodig en voedzaam is. De mens leeft namelijk niet van brood alleen. Deze dubbelzinnigheid is een kenmerk van Johannes’ evangelie.

Er is grote twijfel en onzekerheid: Hoe moeten we brood kopen…Wat betekent dat voor zo’n aantal? Zorgen om ‘t brood dat je verdient – brood om te leven. Dan neemt Jezus het brood – een kleine bijdrage van een kleine jongen! Hij dankt – in het Grieks: eucharistésas! – en deelt ‘t vol vertrouwen uit. Er is brood voor iedereen die honger heeft; voor de hele menigte. Brood dat de honger stilt. Zijn woord is ook brood, is broodnodig. Als de leerlingen de overgebleven brokken ophalen – zien zij hoe overvloedig hun onderricht iedereen die hongert voedt.

Velen zien Jezus als profeet. Een profeet (= degene die in Gods naam spreekt) die de mannen Gods Elia en Elisa overtreft. Maar meteen schiet ook het eigenbelang omhoog: zo één moet koning worden, daar hebben we wat aan. Het evangelie laat zien hoe hij deze weg niet wil gaan.
Sommigen zeggen dat dit een verhaal is over: “samen delen”, over “als je deelt is er altijd meer dan je denkt”. Maar waarom staat Jezus dan zo centraal: De menigte volgt en zoekt Hem, Hij gaat bergop (dat is een signaal voor onderricht!), Hij aanhoort bezwaren van leerlingen, Hij vraagt hen de resten op te halen, Hij deelt het brood uit. Het draait om Hem – is Hij het brood?

Henk Bloem, pastor

 

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier