Schriftlezingen: Spreuken  31,10-13.19-20..30-31, 1 Thess 5,1-6. en Mt 25.14-30

Een dilemma: twee moeders eisen één en hetzelfde kind voor zich op.  Koning Salomo oordeelde dat het kind dan maar doormidden moest –allebei de helft! Waarop moeder één zei: “Geef ’t dan maar aan haar —ik mag er niet aan denken dat dit kind in tweeën…neen, dan maar naar haar!”  Dat horende wist Salomo: “Geef het kind aan de ander: Zij is de echte moeder!”  Vanwege dat wijze oordeel dichtte men Salomo goddelijke wijsheid toe en werd veel wijsheidsliteratuur op zijn naam gezet. Zo ook de mooie bede: “Geef dus uw dienaar een opmerkzame geest om recht te kunnen spreken voor uw volk en onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad…”(= 1 Koningen 3.9). Je zou willen dat er nu zo iemand opstond in Israël en in Palestina.
Het boek Spreuken besluit met: “het loflied op de sterke vrouw”, Een alfabetisch gedicht waarin de vrouw des huizes wordt geprezen. Vers 30 spreekt van: ”een vrouw die de Heer vreest”. Zij, “sterke vrouw”, is toonbeeld van een ‘wijze vrouw’ en haar lof toezwaaien is: wijsheid en dus: de Heer bezingen. Elke nieuwe regel begint met een letter uit het Hebreeuwse alfabet: een acrostichon?

De brief aan de Thessalonicenzen is teamwork: Paulus, Silvanus en Timotheüs over de dag des Heren -niet de Zondag maar de Dag vd parousie = de dag van de Mensenzoon die ons   ”Als een dief in de nacht kan het je overvallen. ” Maar, schrijven ze: wij zijn kinderen van het licht. Niet van nacht en duisternis, maar kinderen van ‘t licht karakteriseert ons, waarbij ‘dag’ en ‘nacht’ en ‘wakker’, beeldspraak is voor een leven met of zonder God. Dus ook “niet slapen …maar wakker blijven en nuchter zijn”, is geen advies van een dokter maar ’t zijn    hoopvolle, bemoedigende woorden voor een beginnende gemeente om de oude leefstijl te veranderen voor een nieuwe christelijke met God. “Wakker” zijn, of beter “alert” zijn gaat natuurlijk niet om nachtelijke uren. Het duidt op een leven met God, een leven dat gehoor geeft aan het evangelie. Een leven dat in het spoor van  Paulus en mede-missionarissen, kiest  voor God, voor het licht. Een grote stap voor de Thessalonicenzen..

Het evangelie vertelt van 3 slaven. De eerste twee gaan aan het werk met hun talenten en worden geprezen : “Goede en trouwe slaaf”. De derde vliegt de angst naar de keel, verlamt hem om iets te doen met zijn talent. Het woord “talenten” is dubbelzinnig.
De Willibrordbijbel vertaalt: ”goede en betrouwbare slaaf“. Dat lijkt me niet goed. Het evangelie gaat nergens over rijk worden of woekerwinsten. De Griekse tekst spreekt van ‘Talanton’ – dat kan op “geld”, op hebbe- ding slaan, maar ook op wat je bent. Het gaat jou aan.  Jij bent talentvol, bent begaafd met dit talent. Deze tweede mogelijkheid gaat over iets diepers, iets menselijkers, dan alleen centen!
Het Griekse woord: Pistos– zou niet met ‘betrouwbare” maar met “trouw” weergegeven moeten worden. Zo zijn de eerste twee vol vertrouwen, vol geloof in de talenten die ze meekregen en gaan ermee aan de slag. Ze geloven erin/in zichzelf.  Hebben zelfrespect. Nummer 3 schrikt ervoor terug, durft niet, angst verlamt hem. Hij krijgt te horen: ”Slechte lamlendige slaaf… ”. Zo gelezen krijgt dit ‘lamlendige’ ook concrete betekenis. Evenals  een woord als: ”nutteloos”( in de slotzin) .

Pastor Henk Bloem

Lees de blogs van de week voor verdere verdieping bij de lezingen