Schriftlezingen: 2 Sam 7,1-5.8b-12.14a.16 en Rom 16,25-27 en Evangelie Luc 1.26-28
David wordt koning (2 Sam 5), en geeft het koningschap steeds meer allure. Hij groeit in zijn ambt. Gods povere huisvesting steekt onfatsoenlijk af tegen het koninklijk paleis. Met de profeet Nathan besluit hij tot een woning voor God. Maar God blokkeert deze plannen zegt in een visioen “Ik ben een meetrekkende God. Geen sedentaire, heb al die 40 jaar niet in een huis gewoond. Ben steeds meegetrokken in een tent. Maar uw zoon zal een huis/tempel voor mij bouwen.” Maar in plaats van een huis voor God, bouwt de Heer een huis voor ’t volk (vers 11) en de zoon zal een huis ter ere van God bouwen. Vanaf vers 10 spreekt God van “mijn volk” en zegt dat hij “een gebied aan Israël zal geven”; een belofte die juist in deze dagen zeer omstreden is. Wat betekenen tegen deze achtergrond de woorden in vers 14: ”Ik zal een vader voor hem zijn en hij zal mijn zoon zijn….”. Betekent dat anderen dus buiten de dood vallen?
Paulus dicteert de Romeinenbrief (zie Rom 16.22). Hij zal zelf wat later naar Rome komen, en ontvouwt zijn evangelie, zijn blijde boodschap (1.16 en 16.25) naast en tegenover het plaatselijke heiden- en jodendom . Zie 1.16-17. Het ene wordt radicaal afgewezen. Meermalen gebruikt Paulus hier: “Daarom heeft God hen prijsgegeven” (-3x in 1.24, 26,28). Daarentegen kan alleen God mensen tot de gehoorzaamheid van het geloof brengen; prachtig retorisch staaltje werk van Paulus: “Jij die je Jood noemt”(2.17)—Voor Paulus is het blijkbaar ook geen echt Joods leven dat hij aantreft.
Vanaf het begin staat “Daarom heeft God hen prijsgegeven” (1, vers 24,26,28 ) tegenover aanvaarden (14.3 15.7). Twee polen zijn het in Paulus’ betoog: God die ziet dat men zich bij het plaatselijk heidendom en jodendom aansluit en hen die zich bekeren, die willen omkeren en gerechtvaardigd worden door het geloof. Paulus schreef een brief met vele tegenstellingen. Mooi zijn onderscheid tussen ”Allen zondigen” en “Allen worden gerechtvaardigd door het geloof.” En voel waar de scheidingslijn tussen beide is. Maar lees het zelf eens. En flink herkauwen. Mijn samenvattinkje schiet hier tekort.
Lucas 1.26-28 De Evangelielezing tekent Maria uit: hoe zij met spoed naar Zacharias gaat; het kind van Zacharias is voor haar op dit moment belangrijker dan haar eigen kind. Elisabet zal Maria en haar kind in het volle licht zetten (Luc 1.)
Lees de blogs van de week voor verdieping bij de lezingen van deze zondag