Schriftlezingen: Jesaja 43.16-21 en Johannes 8.1-11

Deze vijfde vastenzondag presenteert ons stevige kost. Met name bisschop H. Bedford-Strohm van de Evangelisch Lutherischen Kirche in Bayern zet ons aan het denken. Ik heb zijn artikel als uitgangspunt genomen, ’t sterk ingekort en bewerkt, en hoop dat de verstaanbaarheid er niet onder geleden heeft.  Zie: Christ in der Gegenwart, 74 (2022) 20 maart)

Tussen de tijd, in woorden en gebroken zinnen
Klinkt zacht in mij aanhoudend door mijn botten heen
Tot in het diepste ruggenmerg en daar nog boven
Een zin van ragfijn draad omhuld
Ik zal er zijn.

Er was een tijd dat ‘gelovige’ mensen wanneer ze geen antwoord of verklaring wisten, “God” als oorzaak invulden. God als gatenvuller. De natuurwetenschap heeft laten zien dat wij en onze (hoezo ‘onze’?) aarde niet het centrum van de kosmos zijn, dat wij maar een stipje in een onvoorstelbaar wijds, geheimnisvol geheel zijn. Misschien moet ons spreken over God daar beginnen bij God als onvoorstelbare bron van alle leven. Het kan toch niet zo zijn dat het hele theater alleen voor ons is?
“Bidt voor uw vijanden”(Mt 5.44) horen we Jezus zeggen. De consequentie is dan dat je als christen ook een kaars voor Poetin opsteekt. Ja toch? Want je wilt niet in tegenstellingen denken maar inclusief, en van een samen getuigen dat iedereen insluit. Maar dan hoor ik president Biden speechen: “Mijn God, zo’n man, slager genoemd, kan toch niet aanblijven.” Diplomatiek werpt dat de nodige stof op. Zo’n opmerking is geen uitgestoken hand; probeert niet inclusief te zijn, denk ik. En wat te denken van ’t begrip: Pax Christi? Of is dit al zo afgesleten en gewoon geworden dat het bijzondere van de combinatie PAX x CHRISTI niet meer tot ons doordringt?
Bisschop Bedford-Strohm schrijft dat Jezus geen offerethiek van ons verlangt (ik versta dat als iets dat je een offer kost; een soort ‘voor wat hoort wat’) maar dat Jezus’ ethiek uitgaat van wat je zelf meegemaakt, ervaren hebt. Een ethiek van je eigen aanvoelen en invoelen: doe aan de vreemdeling zo, zoals je voor jezelf gewenst zou hebben. Geen juridisch gebod dus: “Gij zult…”, een van buiten, van bovenaf opgelegd stelsel van regels. Jezus’ ethiek sluit aan bij je eigen ervaring bij je eigen aan- en invoelen. Doe aan anderen zoals je voor jezelf zou wensen. En de afsluitende zin: Ik ben de Heer uw God die u uit Egypte heeft geleid (Dt 6.6) heeft ook de kracht van het argument om de vreemdeling, de vluchteling goed te behandelen.
Dit invoelen kan überhaupt als kenmerk van joods-christelijke ethiek gelden. Die komt meer van binnen uit, dan van buitenaf. Je ziet het met name in het dubbelgebod van de liefde. Daar staat niet rechttoe rechtaan “Gij zult de vreemdeling liefhebben”, nee, er wordt als het ware op twee manieren ‘reclame’ (ik weet geen beter woord) voor dit gebod gemaakt door te zeggen: je weet wat het is, hebt het zelf meegemaakt dus doe ten opzichte van hen, zoals je voor jezelf zou wensen. En de tweede manier komt erbij: “Want ik ben de Heer uw God”. Ik trek me de vreemdelingen aan zoals ik me jullie heb aangetrokken. Ik ben jullie God, ik houd van de vreemdelingen, doen jullie dat dan ook.
We zeiden dat deze ethiek van in-en aanvoelen als kenmerk van joods-christelijke ethiek kan gelden. Doet Jezus dat ook niet in het evangelie van deze zondag ( Joh 8.1-11). Hij gaat niet in op de offerethiek die Mozes in de wet voorschrijft maar zegt: “Wie zonder zonden is…”, hij spreekt hen aan op hun eigen ervaring en beleving. Zijn vraag: “Heeft niemand u veroordeeld…ook ik veroordeel u niet”, neemt afscheid van de zondenethiek en mikt op een geesteshouding, een drive om wat goed is voor jezelf ook voor de ander te kiezen. Het mikt op compassie, niet op een afrekenethiek. Het gaat om je levenshouding, je levensintentie. En binnen het kader van de opvattingen van deze ethiek wordt in Matteüs 5 van ‘broeder’ gesproken, een inclusief woord, zoals Paus Johannes wenste: Tutti fratelli = allemaal broers en zussen.
In het Mt Evangelie volgen dan meerdere voorbeelden, waarin Jezus door de offerethiek heen prikt naar een ethiek op basis van ‘zelf meemaken’. Naar een ethiek die rust op voor ieder invoelbare, logische situaties: Wat Gij niet wilt dat U geschiedt doe dat ook een ander niet….. Oftewel: ‘t zal om ons zelve gaan!

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier.