Een zoektocht naar inspiratie leidt naar het zonnelied van Franciscus van Asissi in een nieuw jasje gegoten in verband met de coronacrisis.

1. Bij de klacht van Job
De jood Andre Schwarz-Barth schrijft in De laatste der rechtvaardigen op blz. 288: “Of ik nog geloof? Dat hangt ervan af, op sommige dagen wel, op andere niet. Toen ik nog een Mijnheer was, zoals u dat uitdrukt, vroeg een van mijn vrienden me altijd, om me te plagen, of God in zijn almacht een steen kon maken die zo zwaar was dat hij hem niet meer kon optillen. Zo is het nu ongeveer met mij: ik geloof aan God, en ik geloof aan de steen. (Geweldig boek in deze dagen van Holocaustherdenking. Bruna,1985).

Zegen, o Heer, de scheefvertrokken mond
Van hem die eenzaam is en uit de grond
Zijns harten godverdomme zegt,
Opstandig, smachtend en met recht
.
(J.Greshoff, Verzamelde Gedichten)

Zolang alles goed gaat – spotten de heidenen – lijken het christenen, maar komt er iets, hup! daar gaan ze naar de waarzegster. Zie je wel, zo zijn de christenen”, zeggen ze dan. (F. van der Meer, Augustinus de zielzorger I, blz.65)

2. Pakte haar bij de hand
Wij moeten anderhalve meter van elkaar afblijven. Volgens Marcus pakt Jezus wel zes keer een zieke bij de hand. Zie Marcus 1:31,41; 5:41; 7:32; 8:23 en 9:27 Hij overbrugt daarmee de afstand. Kom er maar bij! Je hoort erbij. Die hand spreekt haar aan op haar waardigheid, haar eigenwaarde. En eigenwaarde moet je van een ander krijgen! Zou dat er in coronatijd bij in kunnen schieten?

Een treffende variant op ‘cogito, ergo sum’ gaat op W. Schmid terug (1953): “Ik raak, ik word aangeraakt, dus ik ben”.
Raak me aan
Een mens ben ik, juist zoals jij
Hunkerend naar liefde,
Naar warme genegenheid.
Raak me aan, leg je hand
Op, mijn schouder zodat ik voel
Dat ik mens ben,
Jouw zus.

(Jan Koppens)

3. Bidden
“Bidden,” zegt Dorothee Sölle, “is niet gericht op verhoring alsof wij het eerste woord hadden. Het komt juist voort uit het horen. Wie bidt wacht niet op een antwoord maar antwoordt biddend op het woord dat hij gehoord heeft. Jezus antwoordt op de stem die hij hoort!!”

In 1982 heette een hoofd in een psychiatrisch ziekenhuis een nieuwe collega die geestelijk verzorger zou worden, welkom met: “Helaas moet ik u welkom heten. Geloof maakt mensen ziek.” De toekomstige geestelijk verzorger antwoordde: “Niet ik, maar de directie start een dienst geestelijke verzorging, om te zien of die iets voor de heling betekenen kan.” Merk op dat hij van ‘heling’ spreekt.

4. Wie eerst?
Ze brachten alle zieken en gedemoniseerden bij hem (Mc 1:32).
Er was nog geen dilemma: Moeten de oudste mensen – bijvoorbeeld boven de honderd – als eerste een vaccin krijgen? Zij zijn ‘t meest kwetsbaar. Dat klinkt wel heel barmhartig en zorgzaam – maar deze mensen hebben waarschijnlijk een kortere levensverwachting. Is het niet beter jongere mensen met langere levenskansen voor te laten gaan? Of bestond een dergelijk probleem vroeger niet; mensen werden niet zo oud. Trouwens, moet je bij Jezus heelkunde denken aan langer leven of aan beter leven?

5. “Waartoe zijn we op aarde?”
Het antwoord is aan herziening toe maar de vraag staat als een huis, is onsterfelijk! Paus Franciscus geeft invulling aan dit ‘waartoe’ en gebruikt graag woorden van Franciscus als kernachtige samenvatting: Fratelli tutti, en eerder Laudato si, waarbij de laatste verwijst naar het ZONNELIED van Franciscus: Laudato si, o mi Signore, o broeder zon, zuster maan en sterren, broeder wind, zuster water enz. De Vlaming Bob van Laer, oblaat ofm, liet er zich door inspireren en schreef een Coronalied. Met veel dank aan Henri Wigman die er ons attent op maakte.

Wees geprezen, mijn Heer, door zuster Corona,
Zij doet ons pijn en veel verdriet.
Toch prijzen wij U om ‘een nieuwe tijd’ die zij ons schenkt

Wees geprezen, mijn Heer, om zuster Corona,
Die het leven van mensen wereldwijd verstoort en verwoest
Omdat zij ons aanzet, in kerk en wereld, tot creativiteit
Voor nieuwe samenlevingsvormen.

Wees geprezen, mijn Heer, door deze pandemie,
Zo onverwacht en wereldwijd;
Zij daagt ons uit tot verbinding over land en taal en kleuren heen.

Wees geprezen, mijn Heer, om de ontdekking van onze eigen broosheid;
Meer dan ooit hongeren wij naar affectie en tederheid
Nu wij de nodige afstand moeten behouden.

Wees geprezen, mijn Heer, om de kracht die Gij ons geeft
Om elkaar in alle broosheid toch te dragen
Met geduld en barmhartigheid.

Wees geprezen, mijn Heer, door alle virologen, biologen, epidemiologen
Zij openbaren ons het wonder, de complexiteit van Uw Schepping
En helpen onze eigen plek te zien in het grote geheel.

Wees geprezen, mijn Heer, door alle zusters en broeders
Die ons wakker schudden en opkomen voor het milieu, Uw schepping:
Zij herinneren ons aan de eerbied en de zorg
Die gij als Schepper in de aanvang van ons gevraagd hebt.

Wees geprezen, mijn Heer,
Door de zorgverleners, dokters, verplegers, assistenten:
Zij openen onze ogen voor de taaie toewijding,
De warme solidariteit met de gekwetsten.

Wees geprezen, mijn Heer, door alle vluchtelingen
Opzoek naar een betere wereld.
In hun hart hebt gij de droom gelegd naar veiligheid en geborgenheid.
Geef dat zij eens samen met ons U mogen loven
om wat Gij met ons allen begonnen zijt.

Wees geprezen, mijn Heer, door onze paus Franciscus
Die ons de vreugde van het evangelie doet smaken
En ons uitdaagt om er ook onbevangen van te getuigen.

Wees geprezen, mijn Heer, om uw oproep tot verzoening
Met onszelf, met elkaar en met heel uw schepping:
Dat uw Rijk van vrede eindelijk hier zichtbaar mag worden.

(Bob van Laar, minderbroeder, in Kerk en Leven, 13 juli 2020)

Henk Bloem, pastor
Meer verdieping in de lezing van komende zondag: lees hier.