Enkele notities ter overdenking van de lezingen van deze week. Als de nood hoog is, is de redding nabij. Hoop en moed helpen bij het lange wachten op verlossing.

“Wo die Gefahr ist, wächst das Rettende auch”
Deze woorden van Louise Rinser uit haar boekje Die Aufgabe der Musik in der Gesellschaft von heute, S.26, zijn een perfect motto voor deze eerste Adventszondag: “Waar gevaar is, steekt redding de kop op.” Dat kun je zo als samenvatting boven de liturgie van deze zondag zetten. Maar misschien zou je ook het schilderij De Schreeuw van Edvard Munch zo kunnen zien. Eén grote schreeuw om hulp.

De wolk is het vervoermiddel van de Mensenzoon.
Het drukt uit dat Hij van boven, van hemelse herkomst is. Terwijl de mensen alle hoop laten varen (Grieks letterlijk: geestloos, futloos worden) scheppen ze opnieuw moed en gaan de kopjes omhoog: Uw verlossing is nabij. Ook in Lucas 1:68, 2:38, 21:28, en 24:21 wordt van ‘verlossing’ gesproken. Met woorden als redden/redding/redder vormt het een rode draad door het hele Evangelie heen. Steeds is Jezus degene die deze verlossing, die redding brengt. Het Lucasevangelie is het verhaal van een Reddingsoperatie. Waarbij ‘redden’ en ‘verlossen’ meer omvatten dan wat de reddingsbrigade op het Scheveningse strand eronder verstaat.

In het getto van Warschau schreef de 12-jarige Ester:
Een, twee, drie
wanneer zullen we vrij zijn
Hongerig, blote voeten in lompen,
van vader en moeder afgesneden
God, wat doet dat pijn.

Een, twee, drie – de dag wil niet voorbij.
Tegels, planken, stenen sjouwen
en botten van dode mensen,
God, wat doe dat pijn.

Een, twee, drie – hoor mijn schreeuwen
om de naamloze massagraven.
Om de kinderen van de scholen,
geen moeder om hen heen,

Een, twee, drie – wij zullen wel geloven,
wachten en hopen,
omdat Jij ons hebt beloofd,
‘Israël leeft’.

Henk Bloem, pastor

Meer verdieping in de lezing van komende zondag: lees hier.