Schriftlezingen: Ezechiël 2:2-5 en Marcus 6:1-6

De lezing is Ezechiël 2.2-5. Waarom vers één weggelaten wordt is mij een raadsel. Hier staat voor de eerste keer ‘Mensenkind’ en dat wordt steeds maar herhaald. Als mens is hij een brug tussen het menselijke en bovenmenselijke, tussen God en zijn volk.
Dat volk zit niet op God te wachten; daar rebelleren ze juist tegen. Een Godswoord, een “zo spreekt de heer GOD” verwachten ze allang niet meer. En dat is precies waar Ezechiël zijn rug voor moet rechten; hij moet aan de bak.
Zijn spreken begint voortaan met: “Zo spreekt de Heer”, dat is zijn boodschap. Godswoorden komen nu uit hem. En dan zal het volk “weten dat er een profeet in hun midden is”. Eenzelfde zin, niet met ‘profeet’ maar met ‘weten dat ik De Heer ben/ dat Ik met hen ben’ komt wel dertig keer voor in Ezechiël. Je voelt daaraan hoe moeilijk het is te geloven dat God tot je spreekt, in situaties van ballingschap waarin je denkt van God en alleman verlaten te zijn. Dan gaat het vlammetje van hoop en geloof snel uit, ‘men’ gelooft er niet meer in! Maar dat ene Mensenkind bewaart Gods woord in zichzelf, en hij uit het, en niemand zal ooit kunnen zeggen: “We wisten het niet! Wij hebben niks van God gehoord, hebben niet gemerkt dat Hij er was.”

In het Marcusevangelie lijkt het over Jezus dorpsgenoten te gaan, maar de facto is het een vraag aan ons, de lezers: “Wie is deze Jezus toch?” Je zou denken dat ze in Nazareth trots op hem zijn: één van ons! Zo willen en kennen we hem: als een van ons. Voor verwondering, voor nieuwe inspiratie, voor elan is geen ruimte in Nazareth. Men wil alleen ‘meer van hetzelfde’. In Nazareth tonen de inwoners zich – aansluitend bij de eerste lezing – als rebellen. Ze moeten hem niet – hij past niet in hun wereld.
Hij gaf onderricht in de synagoge! Hoe haalt hij het in zijn hoofd ons te leren. Hij is toch net als ons? Er blijft geen ruimte voor verandering zoals in Marcus 1:14 aangekondigd. “Hij verbaasde zich over hun ongeloof” – en KON daar niks beginnen. ‘Ongeloof’ laat geen ruimte voor verandering, voor vernieuwing. ‘Eerst zien en dan geloven’ is veelal het motto geworden. Ouders kunnen hun geloof in hun kind uitspreken. Maar dat is veelal op een ander vlak dan de ‘machtige daden’ zoals Jezus in Nazareth deed. Dat lijkt me van een andere orde. Hun ongeloof sluit elke ‘goede boodschap’ uit zoals in Marcus 1:14-15: “Heb geloof in de goede boodschap.”

Een wereld van verschil
Ezechiël en zijn ballingen en Jezus en zijn dorpsgenoten!
Tot en met 26 sept is in Uden in Museum Krona een tentoonstelling “Tussen werelden. Chagall & hedendaagse kunstenaars”.  Je ziet daar: “De boodschapper” van de joodse kunstenaar Daniel. Een man speelt gitaar terwijl hij op afstand uitkijkt over een Palestijns dorp in Oost-Jeruzalem. Hij raakt in een soort dialoog met de zang die uit de verte van de minaret komt, en oproept tot gebed. Als boodschapper brengt hij ons in contact met de politieke en religieuze verdeeldheid van de stad Jeruzalem (in Uden: Chagall, expositie)

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier.