Schriftlezingen: Amos 7:12-15 en Marcus 6:7-13

Volgens 1 Samuel 9:9 werden profeten vroeger zieners genoemd. Achter deze verschuiving zit mogelijk de ervaring dat God meer in het woord “Zo spreekt de Heer”, dan in visioenen – “Ik zie wat jij niet ziet” – aanwezig komt. Denk bijvoorbeeld aan de proloog van het Johannesevangelie: “In het begin was ’t Woord en het Woord…”
Een ‘profeet’ spreekt namens (pro) de Ander, namens God. Brengt aan je over wat God in dit geval zou zeggen; wat God zou denken, doen of vragen. Maar God, is niet de enige die het voor het zeggen heeft. Er is ook de koning en zijn belangen staan veelal haaks op Gods belangen. Amos wordt geroepen, om namens God te spreken, en dat doet hij ook! Zie maar eens hoe vaak hij uitdrukkelijk zegt: “Zo Spreekt de Heer” (Amos 1:3,6,9,11,13 en 2:1,4,6 enzovoort). Amos wordt pro-feet van God. Hij is niet zelf aan het woord, maar spreekt namens God.
En wij? Namens wie zijn wij profeet? Dagblad Trouw van 6 nov 2018 neemt de klacht van een vrouw op: Of spreken we juist niet. Bij de Shoah durfde niemand namens de Joden te spreken en ook niet namens de moslims bij de val van Srebrenica. En toen duidelijk werd dat mensen in kampen werden ondergebracht, teruggeduwd over de grens of verzopen in de Middellandse zee – dat prachtige vakantieoord! – wie verhief toen de stem? Of bij dat jongetje uit Jemen – de opbrengst van de wapenexport bleek belangrijker dan het lot van onschuldige burgers. Ik (zegt die mevrouw!) hoor ook bij dat schuldige Westen. Ik doe, zeg niks en weet me geen raad. Is het decadent om weg te kijken, of is het wanhoop? Verwoordt ze daarmee niet wat velen van ons achteraf denken?

De twaalf, omdat Israël uit twaalf stammen bestaat, zes keer twee. Is dat omwille van de betrouwbaarheid zoals in Deuteronomium 17:6 of 2 Korintiërs 13:1? Of tegen de eenzaamheid of de saaiheid of doordraverij? Zeg het maar. In ieder geval is het Jezus die roept, uitzendt, volmacht geeft over onreine geesten. Het gaat van Hem uit. Zonder brood, reistas, zakgeld, en extra stel kleren. Geen eigen belangen dus, ook geen hectiek van dit nog doen en daaraan denken. Geen: “Opzij, opzij, opzij, we hebben ongelooflijke haast”. Gastvrijheid, ja dat moeten ze honoreren en ongastvrije mensen links laten liggen. Kort gezegd: Ze moeten meer ontvangen dan brengen!
En dan gaan ze op weg. Roepen op tot omkeer (metanoia), zie Marcus 1:15. Een ommekeer als iemand die uit het gevang, uit het ziekenhuis komt en een ander nieuw leven begint. Het omvat meer dan een spiritueel ‘bekeren’. Het is een ander mens worden! “Je kent hem niet terug”, zeggen anderen! Daarmee zijn meteen de kwade machten (demonen) overwonnen; die krijgen geen kans meer. ‘Zalven’ is ook een vorm van aanraken – je hoort bij ons, we laten je niet alleen. De zalf, geneeskrachtig, is symbool van kracht tot verbetering. En als er dan staat: “en genazen hen”, dan vertaal ik liever: “ze maakten hen beter”. Soms komen mensen wel genezen uit het ziekenhuis, het gevang, of terug van vakantie maar ze zijn niet ‘beter’ geworden, geen betere mensen. Zijn nog dezelfde klagers, zeurders en piepers als vroeger. Jezus maakte mensen beter: je zag ze als het ware hun ziekte, hun schaamte afwerpen en nieuwe mensen worden.

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier.