Schriftlezingen: Jes. 56:1.6-7, Rom. 11:13-15:29-32 en Mat. 15:21-28

Thema vd zondag: Buitengaats. 

Israël keert terug uit ballingschap – maar ‘thuis’, in ‘eigen’ land, wacht hen geen gespreid bedje. ‘Zonen van vreemdelingen’ treffen ze er aan – al van 2e of 3e generatie. Wat te doen? Voorop staat dat God – er staat de joodse naam: JHWH – recht en gerechtigheid wil. Dus zij moeten wel! Niet? Vervolgens ziet de profeet niet alleen de Joden maar ook deze vreemdelingen samen in een breed oecumenisch eschatologisch perspectief. JHWH is God van iedereen. De vreemdelingen worden geen joden – maar als ze open staan voor de basale waarden van het Jodendom, namelijk: de Heer dienen en beminnen, de sabbat onderhouden en Gods verbond met ons…, dan zijn ze welkom. Dan horen zij er voor ons, maar meer nog voor God, ook bij.

Jezus gaat buiten de lijntjes. Jezus keert zich af van het wettische gekissebis met Farizeeën en Schriftgeleerden over handen wassen en reinheid, en kiest een andere koers. Hij gaat weg, buitengaats naar Tyrus en Sidon. Een Kanaänese vrouw; naamloos want zo vertegenwoordigt ze allen, roept: “Heer, zoon van David”, en belijdt hem als Messias! Als iedere ouder komt ze op voor haar dochter. Maar dat zij als vrouw dat doet is een unicum in de evangeliën. Een geloofs-feministe avant la lettre.
Dat heeft ze geweten! Jezus zwijgt haar dood. De leerlingen willen zelfs van haar af. Is ze daarom naamloos, omdat ze voor de joden helemaal niet meetelde… zonder naam en gezicht? Jezus blijft bij zijn standpunt: “alleen de verloren schapen van het huis Israel” (zie ook 10.6). Jews only. Punt uit! Maar de vrouw geeft niet op. Knielt voor hem. In ‘knielen’, (Grieks: pros-kuneoo), zit iets nederigs, mogelijk ook vernederends, omdat je – zo zien de Perzen dat – als een hondje tegen iemand aan ‘hondt’. Als zij dan met respect smeekt: “Heer, help mij”, antwoordt Jezus vrij grof en zet de niet-Joden als dieren, als ‘Untermenschen’ weg .

Maar dan pareert de vrouw heel slim, dat kinderen en hondjes bij elkaar horen. Zonder kinderen valt er niks van tafel en zonder hondjes wordt het daar een smeerboel. Zij eten van dezelfde tafel. Nu gaat Jezus om en  waardeert haar vasthoudendheid: “Groot geloof”, dwars door alles heen. Jesaja 56 en de Romeinse honderdman Mat. (8:5-13) en de syrophenicische vrouw (15:21-28)  markeren belangrijke grensverleggende stappen in Jezus zending. (hb).

Een kolibrie foerageert met z’n puntsnaveltje. In de Indiaanse traditie staat de kolibrie symbool voor een sterke vrouw die de wereld verandert, druppel voor druppel. (uit een interview met  Karen Armstrong.)

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier